Retro: 40 jaar geleden - BMW wint 24 Uur Daytona in 1976
Brian Redman herenigd met de 3.0 CSL, waarmee hij vier decennia geleden succesvol was
Dit jaar is het 40 jaar geleden dat BMW of North America met de 3.0 CSL en rijders Peter Gregg, Brian Redman en John Fitzpatrick de 24-uursrace van Daytona won. Het was, na de winst tijdens de twaalf-uursrace van Sebring een jaar eerder, de tweede belangrijke overwinning voor BMW in de Verenigde Staten, in een jaar dat de race in Daytona niet meetelde voor het Wereldkampioenschap voor constructeurs, maar alleen voor de IMSA GT Series. Bij de introductie van de BMW M6 waarmee dit seizoen wordt gereden, was ook Brian Redman aanwezig, die graag herinneringen ophaalde aan het succes van 1976.
Tekst: René de Boer (vanuit Daytona, Twitter: @renedeboer)
Foto's: Bill Warner, Ed Heuvink
De 3.0 CSL, bijgenaamd 'Batmobile', uit de historische collectie van BMW North America staat glanzend gepoetst in de grote conferentiezaal in het perscentrum van Daytona. De namen 'Redman' en 'Peterson' staan erop, het is niet de winnende auto van Daytona of Sebring, maar wel een mooi stuk historie. "Ik vind het altijd weer een genot om zo'n auto te zien, want het maakt mooie herinneringen los", zegt Brian Redman. De organisatie in Daytona besloot om in 1976 geen prototypes toe te laten, omdat men meer de nadruk op GT's en Amerikaanse stockcars wilde leggen. Zo telde het evenement, voor het eerst sinds de eerste 24-uursrace in 1966, zoals gemeld niet mee voor het WK voor constructeurs, iets wat overigens in het daaropvolgende jaar alweer werd hersteld.
De 3.0 CSL met Brian Redman tijdens de 24 Uur van Daytona 1976
Een lesje in PR
BMW beleefde in 1975 zijn debuut in de Amerikaanse racerij met de 3.0 CSL, ingezet door een team van voornamelijk Duitse monteurs, opererend vanuit een kleine werkplaats in Hueytown in de staat Alabama. De Amerikaanse racepremière tijdens de 24 Uur van Daytona in 1975 eindigde met een uitvalbeurt, maar de volgende wedstrijd in Sebring leverde voor BMW de eerste overwinning op en gaandeweg het IMSA-seizoen 1975 ontwikkelde BMW zich zeer positief. Zo behoorde het team voor de seizoensstart van 1976 in Daytona tot de favorieten. Brian Redman zette de BMW op pole-position, terwijl teamgenoot David Hobbs er in de andere 3.0 CSL een volledige eerste startrij voor BMW van maakte. "Het was de eerste keer dat ik met Peter Gregg reed", vertelt Redman. "Ik kende hem natuurlijk al wel, maar we hadden nog niet eerder samen geracet. Gregg kwam uit Jacksonville in Florida, en hij wist heel goed hoe hij gebruik kon maken van zijn status als lokale held. Daar heb ik echt een lesje in PR gekregen. Ik was de snelste in de kwalificatie, maar de volgende dag schreven alle lokale kranten: 'Gregg wint de pole-position'. Nou ja, het was in ieder geval zijn auto..."
Concurrentie kwam in de beginfase van de race vooral van de 'Super-Corvette' van John Greenwood en de Porsche RSR van Al Holbert en Claude Ballot-Lena, maar in de loop van de zaterdagavond al domineerden de BMW's de wedstrijd. In de nacht hadden Redman en Peter Gregg een aardige voorsprong opgebouwd, maar de auto van Hobbs en NASCAR-rijder Benny Parsons had problemen met de versnellingsbak. Ook voor de derde BNW, een semi-privé-inschrijving met ondersteuning van Hermetite en rijders John Fitzpatrick en Tom Walkinshaw, verloor tijd vanwege een gebroken distributieriem. Ook voor Redmann en Gregg verliep de race niet zonder problemen: Gregg werd ziek, waardoor Redman het merendeel van de race moest rijden. "Ik geloof dat ik die race in totaal wel 14 uur lang gereden heb", vertelt Redman.
Het winnende team met vlnr Jochen Neerpasch, Brian Redman, John Fitzpatrick en Peter Gregg
Gregg stal de show
Omdat Fitzpatrick na de problemen in de nacht met de Hermetite-BMW toch geen kans meer maakte op een goede klassering, werd de Brit aan het oorspronkelijke rijdersduo Gregg/Redman op de nummer 25-auto toegevoegd, zodat Redman na de ziekte van Gregg niet helemaal alleen hoefde te rijden. "En na de race klimt Gregg op het podium, fris als een hoentje, met zijn armen stralend om de twee 'race queens', terwijl ik ernaast sta en eruit zie als zijn opa, zo kapot was ik... Fitzpatrick vond dat helemaal niks. Die had er zo de pest over in dat Gregg daar de show stal, dat hij niet eens meer het podium op wilde."
Pitstop voor de BMW
Ook technisch was het voor het winnende BMW-team geen probleemloze race. Redman: "Het opmerkelijkste was misschien wel dat de auto om vijf uur in de ochtend nog maar op vijf in plaats van op zes cilinders liep, omdat er een deel van een klep was afgebroken. Ik trok door tot het maximaal haalbare toerental, 9000, en zelfs op vijf cilinders waren we sneller dan de snelste Porsche RSR's. Zo wonnen we dus uiteindelijk met 14 ronden voorsprong."
Een geconcentreerde Redman in de auto
In de badkuip in slaap gevallen
Na de geleverde inspanningen kreeg Redman eindelijk zijn welverdiende rust. "Ik ging terug naar het hotel, wilde me even opfrissen voor het diner dat BMW 's avonds had georganiseerd om de overwinning te vieren, maar ik viel in de badkuip in slaap en werd pas om drie uur 's nachts wakker! De volgende ochtend zag ik Jochen Neerpasch, sportdirecteur van BMW. 'Herr Redman, you missed ze victory dinner', zei hij. 'Maar het was geen probleem, want Peter Gregg heeft een fantastische speech gehouden, en alle monteurs persoonlijk met naam en toenaam in het Duits bedankt.' Nou, lekker dan, dacht ik." Ook vanuit promotioneel oogpunt waren de sportsuccessen in Sebring en Daytona voor BMW North America belangrijk: "Na die overwinningen verviervoudigde de verkoop van BMW-straatauto's", aldus Redman. "Daarmee was de naam van BMW ook in de VS definitief gevestigd." Het succes van het merk houdt tot op de dag van vandaag aan.
Veertig jaar na dato vertelt Redman aan AUTOSPORT.NL het verhaal van de race