Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
Historic Grand Prix Zandvoort

Retro: Roberto Moreno: “Ik was blij met elke kans”

robertomoreno-1

Een van de sterren van de Historic Grand Prix was Roberto Moreno, ooit F1-coureur voor Benetton, Lotus, Coloni, EuroBrun, AGS en Andrea Moda. Hij was naar Zandvoort gekomen op uitnodiging van Henk Janus, de eigenaar van de twee Coloni's die onderdeel waren van de demoblokjes op zaterdag en zondag. AUTOSPORT.NL haalde herinneringen met hem op.

Tekst en foto's: Mattijs Diepraam

We spreken met Moreno als hij net is gearriveerd. Terwijl buiten Michael Bleekemolen de andere Coloni past, vertelt de Braziliaan over de lange reis met hindernissen die hij uit zijn huidige woonplaats Miami heeft ondernomen. "In het vliegtuig zat een amokmaker, zodat we in New York moesten landen om hem door de politie van boord te laten halen. Daardoor miste ik de verbindende vlucht, waardoor ik alleen nog naar Parijs kon vliegen. Daar was geen vlucht meer beschikbaar, zodat ik een auto moest huren. Ik heb er net 6 uur in een Fiat 500 op zitten. En dan moet ik 'm zondag ook weer terugbrengen!"

'Pupo', zoals zijn bijnaam luidt, is desondanks de opgewektheid zelve en begint in de truck van Geva Racing (die de Coloni's onderhanden heeft) meteen te vertellen over het jaar waarin hij voor het team van Enzo Coloni in de Formule 1 reed, met Pierre-Henri Raphanel als teamgenoot. De sticker op de airbox van tv-zender La Cinq doet hem meteen aan de Fransman denken. "De FC188B waarin we begonnen, was een dramatische auto, maar de C3 was eigenlijk best goed. Ik weet nog dat we in Portugal in de regen de snelste kwalificatietijd hadden. Uiteindelijk startte ik er als 15e. Aan dat weekend heb ik dan ook de beste herinneringen met deze auto. Het punt was eerder dat we van Pirelli altijd de slechte banden kregen. Daardoor kwamen we zelden door de prekwalificatie. En als we een keer goede banden hadden, waren ze de volgende dag verdwenen! Die gingen meteen naar Scuderia Italia, het ontwikkelingsteam van Pirelli."

hgp2014-vrijdag-23

Zelfs in de oude FC188B wist Moreno nog te schitteren. Hij kwalificeerde het bakbeest in Monaco als 25e, de plaats waar hij een paar jaar later opnieuw een wonder zou verrichten. Na zijn jaar bij Benetton en Jordan moest de Braziliaan wederom een aanbod van een hopeloos team accepteren – deze keer van een Italiaans team dat wedijvert met Life om de eer van het genantste F1-team aller tijden. Begin 1992 had schoenenmagnaat Andrea Sassetti de failliete boedel van Coloni overgenomen en van Simtek het ongebruikte chassis gekocht dat Nick Wirth had ontworpen voor BMW's mislukte poging om de Formule 1 te betreden als constructeur. Moreno en teamgenoot Perry McCarthy hadden zich nog geen enkele keer gekwalificeerd toen het team van Andrea Moda in het prinsdom arriveerde. "Ik had te doen met Perry. Het team was op geen enkele manier ingericht om twee auto's op de baan te zetten. Maar ze moesten van de FIA. Ze waren absoluut niet van plan om hun best te doen voor Perry. Iedereen wist dat, ik geloof dat Perry de enige was tegen wie niemand iets zei! Jammer, want de Andrea Moda was helemaal geen slechte auto. Er was alleen totaal geen geld."

Moreno zette de auto als 26e op de grid, maar had zich nog hoger kunnen kwalificeren, zo herinnert hij zich. "Het punt was dat de banden pas na zes of zeven ronden op hun snelst waren. Maar onze motor ging al in de vierde ronde oververhitten, want we hadden te weinig koeling. Dus het werd mijn tactiek om het eerste rondje heel langzaam te doen en dan in de vijfde ronde een tijd te zetten, zo goed en zo kwaad als het kon. Daarmee stond ik even 11e, maar later gingen ze toch weer allemaal over me heen. Dat had trouwens niet gehoeven, maar ik miste mijn kans om een tweede keer naar buiten te gaan. De reden was ook weer zó stom. We hadden deels Britse, deels Italiaanse monteurs, en de Britten hadden wielmoeren gevonden die niet goed waren. Die legden ze in een bakje met de instructie 'Do not use!' erbij. Maar dat konden die Italianen niet lezen. Dus die pakten gewoon die moeren. Het resultaat: van één wiel kwam de moer er niet af. Toen zei ik: dan maar met drie nieuwe banden, het moet maar. Maar net toen ik naar buiten wilde, gaf de hydraulische pomp de geest... Dat de auto het in de race 11 ronden volhield, was een godswonder!"

hgp2014-vrijdag-40

Je zou denken dat Moreno vooral frustraties aan zijn F1-carrière heeft overgehouden: alleen maar achteraan meedoen, af en toe die auto's op plaatsen op de grid neerzetten waar ze niet thuishoren, maar daarvoor maar niet worden beloond. Om uiteindelijk toch zijn kans bij Benetton te krijgen, op het podium te staan naast zijn vriend Nelson Piquet, maar daarna door Flavio Briatore te worden afgedankt ten faveure van Michael Schumacher. Vervolgens moest hij ook bij Jordan het veld moeten ruimen voor Alex Zanardi. In de 75 GP-weekenden dat Moreno actief was, startte hij maar 41 keer daadwerkelijk de race. 'Hoogtepunt' waren de laatste races die hij voor EuroBrun reed, de samenwerking tussen Paolo Pavanello van Euroracing en Walter Brun van het gelijknamige Zwitserse sportwagenteam. "Weet je wat het was? Het team wilde niet eens dat we door de prekwalificatie kwamen. Dat zou te veel geld hebben gekost!"

Maar nee, Moreno is allesbehalve gefrustreerd. "Ik heb me altijd vermaakt in de Formule 1, bij welk team ik ook reed. Ik was blij met elke kans, en zeker met de kans die Benetton me heeft gegeven. Niet veel coureurs kunnen zeggen dat ze op een F1-podium hebben gestaan. Ik zie het zo: het ging mij om een carrière. Ik wilde een carrière opbouwen, en die carrière lag toevallig in de autosport, omdat ik die kunst wel aardig beheerste. Dankzij die kans bij Benetton heb ik daarna nog vele jaren in de Indycars kunnen rijden."

robertomoreno-2

Dat die carrière regelmatig aan een zijden draadje hing, weet Moreno maar al te goed. Sterker nog, hij is nog steeds blij dat hij überhaupt in zijn doel is geslaagd. "Ik kwam met 13.000 dollar naar Europa, terwijl een jaar Formule Ford toen 30.000 kostte. Dus ik kocht mijn eigen chassis, deed alles zelf en reed 24 races, tot het geld op was. Gelukkig reed ik me in de kijker bij Ralph Firman, de baas van Van Diemen. Met hem won ik het jaar daarop de titel. Maar ook daarna was het geld op. Ik mag van geluk spreken dat ik vrienden heb die me op die momenten steeds verder hebben geholpen. Kees van de Grint is zo'n vriend. Hij gaf me toen de kans om naar de Formule 3 door te stoten, bij Barron Racing van John Bosch. Eerst verving Michael Bleekemolen Glenn Bosch, die was uitgeschakeld door een zwaar ongeluk. Maar Bleekemolen en Barron scheidden al snel hun wegen, waarna Kees mij erbij haalde. Hij heeft mijn carrière echt gered en zorgde er daarna bij EuroBrun opnieuw voor dat ik in beeld bleef." Ook in de Formule 2 en Formule 3000 kreeg de immer budgetloze Moreno kansen, vooral van Ron Tauranac van Ralt. Daarna was Gary Anderson van groot belang bij Bromley Motorsport. "In een geweldige auto, maar met nauwelijks enige sponsoring, won ik in 1988 de F3000-titel."

En de hernieuwde kennismaking met de C3? "Ik heb al zo lang niet meer gereden! Ik zal het in het begin rustig aan doen, want ik heb de Indycars nog in mijn voeten: zwaarder en sneller. Maar het zal zeker een beetje als thuiskomen voelen. Ik denk nu alweer terug aan dat wonderbaarlijke weekend in Portugal."

Reacties
Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet