Supercar Challenge: Ron Braspenning viert dit jaar zijn 20-jarig autosport jubileum
Tijdens de Paasraces op Zandvoort racet Ron Braspenning samen met zijn dochter Eline in een BMW Compact. www.bibashop.nl staat groot op de zijkant en ook de kleurstelling van de BMW is niet het vertrouwde Braspenning rood-wit-blauw. "Dat is de webshop van mijn dochter", lacht Ron Braspenning. "Zij verkoopt sieraden en die kleuren komen ook in haar website voor. Ach, ik vind het best. Als ik maar kan racen, de auto gaat er niet minder hard door", grapt de Amsterdammer.
Tekst: Marco Antheunisse
Foto's: Willem J. Staat, Co van der Gragt en archief Autosport.nl
20 jaar Braspenning
Dit jaar is het precies 20 jaar geleden dat Ron Braspenning voor het eerst kennismaakte met de autosport. "Zelf had ik nog nooit aan racen gedacht, maar een vriend van mij haalde me over om samen de racecursus te doen", zegt Braspenning met stralende ogen. "Ik vond het meteen geweldig en het ging mij ook vanaf begin goed af , later won ik de cursus bij de rensportschool van Huub Vermeulen. Met mijn vriend verliep het wat minder soepel, zijn talent bleek onder gemiddeld en hij heeft de cursus dan ook niet afgemaakt. De sport had mij gelijk te pakken en in 1995 begon ik met mijn eerste races in de Zomeravondcompetitie. Geweldig was dat, na het werk in mijn tuningsbedrijf in Amsterdam Noord gingen we dan naar Zandvoort."
Puur plezier
"Het leuke aan het racen vond ik dat het allemaal puur om het plezier ging. Gewoon je werk doen en wanneer er races waren hup de overall aan en gaan. Ik had natuurlijk het grote voordeel dat ik met mijn garagebedrijf gewend was BMW's te tunen. Maar een BMW raceklaar maken is natuurlijk wel iets anders. Ik was gewend auto's zodanig te tunen dat de bestuurder er jarenlang een prima auto aan heeft. Maar nu moesten de auto's afgesteld worden om een korte periode knalhard te gaan, dat is andere koek. Toen vond ik ook een gat in de markt, het verhuren van cursusauto's. Want veel mensen wilden wel de racecursus doen, maar hadden geen auto. Die ging ik verhuren en dat was een goed idee, zo bleek al snel."
Zwaaien
Na veel plezier te hebben gehad in de ZAC vond Braspenning het tijd voor iets anders. Er werd een aantal rijders uitgenodigd om mee te doen bij de Supercarcup van de NAV en daar voelde Braspenning wel voor. Tijdens de Masters of Formula 3 op Zandvoort racete hij in een BMW E30 voor 60.000 uitzinnige toeschouwers die allemaal de dag van hun leven hadden. "Ik vond dat echt helemaal geweldig, had ik nog nooit meegemaakt. Eigenlijk wilde ik alleen maar rondrijden en zwaaien naar het publiek. Maar ja, er moest natuurlijk wel een show worden neergezet. Prachtig was dat, ik heb met volle teugen genoten."
Showtime
"In die tijd kwam ik in contact met Erik Weijers en Niels Hillman van Circuit Park Zandvoort. Of ik zin had om aan het DTCC mee te doen. Uiteindelijk ben ik met vijf auto's ingestapt, samen met een aantal coureurs waar ik al nauw mee samenwerkte, eerst met Hans Ambaum later met Nol Köhler, Arjan Vels, Pieter van Soelen , Sandra van der Sloot en Rob Karst
Dat was echt een waanzinnige tijd, prachtige verhalen. Als iedereen meteen vol op het gas ging lag het veld na één ronde uit elkaar. Dus werden we van tevoren bij elkaar geroepen en werd er een scenario besproken om er een mooie show te maken voor het publiek. De eerste paar ronden wisselden we elkaar aan de kop af en na ongeveer 50% van de race gingen we pas echt los.
Achterstevoren de finish over
"Het lukte ons ook altijd wel om een mooie show neer te zetten, al ging het lang niet altijd zoals we gepland hadden. Ik weet nog goed", beginnen de ogen van Braspenning te stralen, "dat ik in een race aan kop reed. Achter mij zat Hans Ambaum en daar achter Sandra van der Sloot. Ik wist dat Sandra nog punten nodig had om kampioen te worden, ik weet niet meer of dat nu voor de ladies cup was of voor iets anders, maar in elk geval gaf ik toen ik uit Bosuit kwam een seintje aan Hans om van het gas te gaan. Hij begreep het niet helemaal en ging boven op zijn rem staan. Ik was ook van mijn gas gegaan en dus knalde hij bij mij achterin. Hans draaide en met het hele spulletje gingen we vrijwel tegelijk de finish over. Hans deed dat het mooiste, want hij kwam achterstevoren over de finishlijn, prachtig was dat. Ja, dat waren nog eens tijden!"
Stickers plakken
In die periode waren dochters Lize en Eline een jaar of zes / zeven en voor hen was het circuit vooral een leuke speeltuin. "Ik mocht dan altijd mijn overall aan en iedereen was aardig", herinnert Eline zich nog steeds goed. "Ik vond het altijd erg spannend, want ik mocht dan helpen met stickers plakken op de auto."
Vol gas
Toen beide dochters rond de 14 waren vonden de Braspenningen het tijd voor de racecursus. In Sandra van der Sloot werd een prima privé-instructrice gevonden. "Ik was er speciaal niet bijgebleven 's ochtends. Meestal wil ik mij er wel mee bemoeien, nu leek het mij beter om dat maar eens niet te doen. Dus op zaterdagmorgen heb ik de meiden afgeleverd op het circuit. Ze konden toen nog geen meter auto rijden, laat staan schakelen enz, 's Middags kom ik het circuit op en toen ik in de pitstraat over de muur keek kwam er een BMW van mij knalhard over het rechte eind aanzetten. Ik kon mijn ogen niet geloven, want dat was Eline. Al op haar eerste dag pakte ze het goed op." Voor Lize bleek het racen minder aantrekkelijk, zij behoort tot de categorie die kijken leuker vindt dan meedoen. Maar Eline, altijd de rust zelf, was verkocht.
Debuut Eline
Natuurlijk was Eline met haar 14 jaar nog veel te jong om echt te gaan racen, dus moest zij op haar 16e opnieuw haar licentie halen. Die behaalde zij in 2006, net op tijd om in een BMW 325 Compact nog deel te nemen aan de Finaleraces op TT Circuit Assen. Twee weken later reed zij haar eerste 24-uursrace op het circuit van Oschersleben, in een team met vijf rijders, waaronder ook Dutch Supercar-oprichter Dick van Elk.
Dutch Supercar Challenge
Met Dick van Elk is meteen een naam genoemd die erg belangrijk is voor Ron Braspenning. "Na mijn avonturen in de DTCC wilde ik verder. Samen met Dick van Elk, Alex Schoep en Bert Moritz is toen de Dutch Supercar Challenge opgezet. Ik vind het nog steeds een pracht concept en heb daar van begin af aan heel mijn ziel en zaligheid in gelegd. In de beginjaren runde ik een team, op het hoogtepunt zelfs met 14 auto's. Maar altijd ben ik zelf blijven racen, dat vond ik belangrijk. Het was niet gemakkelijk, want soms zat ik net voor een race in mijn overall in de blubber op mijn knieën om iets aan de auto van één van mijn rijders te doen. Maar ook dat was geweldig, een echte toptijd waar ik met veel plezier op terug kijk", besluit Ron Braspenning zijn mooie verhaal over 20 jaar autosport.