Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
Diversen

Div: Boekrecensies René de Boer autosport 2013

IMG 3653

Romance of Racing (*****)

Als coureurs een eigen boek uitbrengen, betreft dat meestal een autobiografie. Zo niet in dit geval. Van de Schot Dario Franchitti, die onlangs noodgedwongen het einde van zijn meer dan indrukwekkende carrière aankondigde als gevolg van zijn zware ongeval in Houston, wisten we al dat hij een meer dan gemiddelde belangstelling voor de historie van de autosport heeft. Dat leidde nu tot een fraaie publicatie, bestaande uit portretten (in woord en beeld) van 55 coureurs, twee geslaagde teammanagers/zakenmannen (beide ex-coureurs), één arts, één commentator en één bijzondere auto.

Het idee voor het boek was afkomstig van de Britse journalist Andy Hallbery, een ex-hoofdredacteur van het weekblad 'Autosport' en goed bevriend met Franchitti. Franchitti verklaart in zijn voorwoord dat hij in eerste instantie 'nee' zei, omdat hij naar eigen zeggen nog niet toe was aan een autobiografie, maar toen Hallbery uitlegde dat hij een ander soort van boek voor ogen had, was het enthousiasme van de Schot gewekt. "Dit is zeker geen definitieve lijst van legenden, en excuses aan degenen die er niet op staan", schrijft Franchitti. "Het is mijn keuze van een aantal coureurs voor wie ik respect heb of die ik graag mag, en vrienden, waarvan sommigen niet meer onder ons zijn."

Terwijl Franchitti de teksten schreef en Hallbery die redigeerde, werden er aansprekende portretten gezocht uit tal van fotocollecties en –archieven, waaronder die van Bernard en Paul-Henri Cahier, Mike Levitt, LAT en Sutton. De volgorde van publicatie lijkt enigszins willekeurig: Juan Manuel Fangio is de eerste geportretteerde coureur, dan volgt Jim Clark (inclusief een emotionele beschrijving van Franchitti waarom Clark zijn grote held is, en wat hij voelde toen hij Clarks Indy-winnende Lotus op de 'Brickyard' mocht rijden). Dan volgen Mario Andretti, Nigel Mansell, Sebastian Vettel en Rubens Barrichello, maar bijvoorbeeld ook Bernie Ecclestone, Roger Penske, Prof. Sid Watkins, Greg Moore, Mike Hawthorn, Gilles Villeneuve, Dan Wheldon, Jimmy Vasser, Derek Bell, Alex Zanardi, Murray Walker, Tom Kristensen, John Force, AJ Foyt, Bernd Schneider, Dan Gurney, Helio Castroneves en Colin McRae, plus de Ferrari 312 T4. Als laatste schrijft Franchitti over zijn broer Marino en zijn neef Pauil Di Resta, waarna een door Jackie Stewart geschreven portret van Dario Franchitti zelf het boek afsluit.

Omdat Franchitti zowel de Europese als de Noord-Amerikaanse racewereld goed kent, kent het boek een verfrissend goede mix tussen persoonlijkheden 'van hier' en 'van daar' Daarin onderscheidt het zich van veel andere Europese of Amerikaanse publicaties, die vaak teveel op het eigen geografische gebied gericht zijn. Natuurlijk kun je over de keuze van sommige coureurs vragen stellen (waarom Dale Earnhardt jr. wel en diens vader niet), maar zoals Franchitti zelf al schreef: het is zijn eigen selectie, het is zijn boek, dus hij mocht bepalen wie erin kwam.

De teksten zijn geen droge carrièrebeschrijvingen met een opsomming van successen, maar zijn geheel vanuit het perspectief van Franchitti geschreven. Zo vertelt hij bijvoorbeeld dat Alain Prost hem instructies gaf toen Franchitti als winnaar van de McLaren Autosport BRDC Award een test met de McLaren-F1 mocht afleggen, beschrijft hij de rol die Jackie Stewart speelde in de ontwikkeling van zijn carrière en schrijft hij over de relatie met Bernd Schneider als teamgenoot bij Mercedes-Benz in de DTM.

Omdat – opmerkelijk genoeg – geen enkele uitgever heil zag in dit boekproject, kregen Franchitti en Hallbery uiteindelijk de financiering van de uitgave voor elkaar via Kickstarter. Dat in vrij korte tijd door enthousiasten het benodigde bedrag van 24.000 Pond voor publicatierechten van de foto's, opmaak, drukwerk en distributie bij elkaar werd gebracht, stemt hoopvol: er zijn gelukkig nog genoeg liefhebbers van mooie en interessante autosportboeken, en deze publicatie mag zeker in die categorie worden gerekend. Het drukwerk is keurig verzorgd, het geheel gebonden in hardcover met stofomslag. Enige nadeel: 130 pagina's doen verlangen naar méér! We hebben al een idee bij de makers neergelegd voor twee vervolgboeken: Dario's favoriete raceauto's en zijn favoriete circuits, en dan wellicht een mooie cassette voor de drie boeken samen...

Romance of Racing, 130 pagina's, hardcover met stofomslag, Engelse tekst, auteurs: Dario Franchitti en Andy Hallbery, uitgave: ANH, ISBN 978-0-9926421-0-5.

IMG 3639


Grüne Hölle 2013 (****)

Regelmatige bezoekers van deze site kennen ongetwijfeld ons enthousiasme voor de Nürburgring-Nordschleife, en dan specifiek de VLN-Langsteckenmeisterschaft Nürburgring, de serie van vier-uursraces en de zes-uursrwedstrijd als hoogtepunt van het seizoen, met regelmatig zo'n 180 deelnemers uit heel Europa en de meest uiteenlopende auto's. Het jaarboek 'Grüne Hölle' beschrijft het afgelopen VLN-seizoen race voor race in woord en beeld, plus een verslag van de 24-uursrace.

Auteur is Hasso Jacoby, eigenlijk sportleraar van beroep, maar al zo'n 25 jaar lang journalistiek actief in de autosport. De sport op amateurniveau ligt hem duidelijk nader aan het hart dan de professionele variant met fabrieksinbreng, dus in de VLN voelt Jacoby zich uitstekend thuis. Vader en zoon Jörg en Berno Hildebrand zorgden voor het fotowerk en weten, ondanks dat de races altijd op hetzelfde circuit verreden worden, toch iedere keer opnieuw andere perspectieven te vinden. Met een lengte van zo'n 25 kilometer biedt de Nordschleife daartoe natuurlijk ook voldoende mogelijkheden.

Het VLN-seizoen 2013 kende een lastige start: vanwege het lang aanhoudende winterweer moesten zowel de pre-seizoentest als de eerste geplande wedstrijd, de Westfalenfahrt, worden afgelast. Zo kon er dus pas in april tijdens het DMV 4-Stunden-Rennen voor het eerst worden geracet. De eerste twee races stonden voor veel teams met name in het teken van de voorbereiding voor de 24-uursrace, medio mei, die geen deel uitmaakt van het VLN-kampioenschap. Maar ook de VLN-races na de etmaalklassieker kenden een flink deelnemersveld. De veelheid van auto's wordt goed gedocumenteerd in de talrijke foto's in het boek: van klassiekers als Mercedes-Benz 190 Evo en BMW M1 tot moderne GT3-bolides als Audi R8, BMW Z4 en Mercedes-Benz SLS AMG, van compacte auto's als Renault Clio tot aan auto's uit merkencups als Opel Astra OPC en Toyota GT86. Het ingenieuze puntensysteem van de VLN, waarin punten worden toegekend aan de hand van het aantal deelnemers per klasse, zorgde ervoor dat een team met een Renault Clio temidden van de dikke GT3-sportwagens kampioen kon worden.

Met Patrick Huisman (winnaar van het ADAC Reinoldus-Rennen in de Frikadelli-Porsche met Klaus Abbelen en Patrick Pilet) en Nick Catsburg (winnaar van de ADAC Barbarossapreis met de Marc VDS-BMW Z4) waren er dit jaar maar liefst twee Nederlandse VLN-racewinnaars, terwijl Jeroen Bleekemolen natuurlijk deel uitmaakte van het winnende Black Falcon-Mercedes-team in de 24-uursrace. Ook Jaap van Lagen startte tijdens een aantal VLN-races, terwijl de 'Nederlandse Noor' Einar Thorsen al jaren tot de vaste VLN-deelnemers behoort. Allemaal komen ze wel ergens in dit boek terug. Qua uitvoering is het allemaal redelijk standaard en de gebruikte schreefletter, ook nog eens cursief, voor de uitslagen doet ronduit oubollig aan, maar het boek is plezierig om door te bladeren en de mooie racemomenten van het afgelopen seizoen nog een keer te beleven.

Grüne Hölle 2013, 160 pagina's, hardcover, Duitse tekst, auteur: Hasso Jacoby, fotografen: Jörg en Benno Hildebrand, uitgave: Weiss Verlag, ISBN 978-3-936285-40-6.

IMG 3642


Ma ligne de conduite (****)

Als negenvoudig wereldkampioen heb je natuurlijk wel het nodige te vertellen. Vandaar dat Sébastien Loeb, commercieel strategisch gepland net voor zijn laatste WK-rally, de tweede editie van zijn autobiografie 'Ma ligne de conduite' het licht deed zien. Drie jaar na de eerste versie is er zeker weer het nodige te melden, wat ook deze geactualiseerde uitgave de moeite van het lezen waard maakt.

In landen als Frankrijk of Groot-Brittannië is er sprake van een heel andere cultuur als het om biografieën gaat. Zelfs als we ons alleen maar tot sportboeken beperken, dan is het aanbod in die landen vele malen groter dan in ons land, en dat komt niet alleen doordat er in die landen meer inwoners, dus ook meer topsporters zijn. Zeker in Frankrijk is het heel normaal dat vrijwel iedereen die op sportgebied iets voorstelt, hetzij een uitgebreide biografie krijgt, hetzij een autobiografie uitgeeft, in de regel samen met een sportjournalist geschreven. In ons land is het aantal serieuze biografieën van autocoureurs op de vingers van één hand te tellen en komt alleen voetbal tot wat grotere aantallen.

Maar goed, het boek van Loeb. Hoewel zijn portretfoto en alleen zijn naam op de cover staan, schreef hij het boek samen met naamgenoot Sébastien Keller, sportjournalist bij het regionale dagblad 'Dernières Nouvelles d'Alsace', die als Loebs streekgenoot diens carrière op de voet volgde. De beschrijving van zijn jeugd (zoon van een gymnastiekleraar en een wiskundelerares, zelf ook al op jonge leeftijd actief als turner, schoolopleiding vroegtijdig afgebroken, altijd knutselen met brommers en later met auto's, de regio onveilig gemaakt met streekgenoten, werkzaam in de bouw, aangemeld voor een rally-talentenjacht en zo uiteindelijk in de sport terechtgekomen) was al bekend uit de voorgaande editie, evenals het relaas van zijn eerste jaren in de rallysport, eerst ondersteund door mecenas Jean-Pierre Champeau en door manager Dominique Heintz, die ook zijn zakenpartner werd, later als officieel coureur voor Citroën.

Nieuw is uiteraard het verhaal van de laatste jaren: zijn afnemende motivatie om door te gaan met de rallysport op WK-niveau, vooral vanwege het vele reizen, rondhangen en de saaie verkenningen, en het proces dat, in samenspraak met Citroën, uiteindelijk leidde tot zijn nieuwe uitdaging in de circuitracerij in de vorm van de deelname aan het FIA WTCC. We lezen Loebs versie van de team-interne strijd met opkomend talent Sébastien Ogier en we komen te weten dat hij opmerkelijk ver was in de onderhandelingen met Volkswagen. Ook was hij voor het seizoen 2012 serieus in de markt voor een zitje in de DTM, waarbij hij met alledrie de merken, Audi, BMW en Mercedes-Benz, in gesprek was; het meest nadrukkelijk met BMW.

Loeb schrijft ook over zijn privéleven: zijn gezin met echtgenote Séverine en dochter Valentine, de dood van zijn vader en later van zijn moeder, en over het opzetten van zijn eigen raceteam en zijn bedrijf Sébastien Loeb Events als activiteiten voor de toekomst. En hij beschrijft uitvoerig een van de auto-sportieve hoogtepunten van het afgelopen seizoen: zijn recordrit naar de top van de berg Pikes' Peak in de Amerikaanse staat Colorado met een speciaal gebouwd prototype van Peugeot. Wie de tamelijk introverte Loeb enigszins kent, zal zich wellicht verbazen over hoeveel hij in het boek van zichzelf prijsgeeft. Het geheel leest vlot weg (voor wie het Frans machtig is, vertalingen zijn er niet en voorzover we begrepen ook niet in de maak). De uitvoering is niet schokkend: softcover, slechts één fotokatern van acht pagina's. Dat had zeker wat beter gekund, maar als autobiografie is het boek de moeite waard.

Ma ligne de conduite, 335 pagina's, softcover, Franse tekst, auteur: Sébastien Loeb (met medewerking van Sébastien Keller), uitgave: Michel Lafon, ISBN: 978-2-7499-2034-4.

Reacties
Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet