Div: Boekrecensies René de Boer autosport 2013
Rally (*****)
Eind jaren tachtig, begin jaren negentig bracht de Duitse uitgeverij Könemann een aantal fotoboeken op groot formaat over diverse aspecten van de autosport op de markt. Formule 1-boeken van fotograaf Rainer Schlegelmilch (Fascination Formula 1, Portraits of the 60s), rallyboeken van Reinhard Klein (Rally, Rally Cars) en zelfs een boek over de Grand Prix van Monaco. Allemaal uitverkocht, en deels gezochte klassiekers, waarvoor veel geld betaald wordt. Uitgever Könemann is in zijn oorspronkelijke vorm al lang ter ziele, maar een andere uitgever verwierf de rechten op de naam en bracht al een mooi F1- en een prachtig sportwagenboek uit. Nu is er ook een nieuwe rallyuitgave, die simpelweg de titel 'Rally' draagt. En alles in zich heeft om weer net zo'n klassieker te worden!
De foto op het stofomslag is een actiebeeld van Khaled Al-Qassimi met zijn Citroën DS3 WRC tijdens de Acropolisrally van dit jaar. Goed, de keuze van Al-Qassimi als fotomotief wekt wellicht wat verbazing, wij hadden Loeb op de cover gezet. Maar de foto is spectaculair, en dat geldt voor het overgrote deel van de actiefoto's in het boek. Het beeld is afkomstig uit de onmetelijke archieven van McKlein (naast het eigen werk van Reinhard Klein, Bob McCaffrey en Colin McMaster kocht het bureau in de afgelopen jaren ook de omvangrijke archieven van ondermeer Gerhard D. Wagner, Colin Taylor en Hugh Bishop op). Op 480 pagina's in liggend formaat wordt de historie van de rallysport prachtig in beeld gebracht. Gelukkig gaat het daarbij niet alleen om de auto's, maar ook om mensen en situaties. Een scorebord tijdens de Safari Rally 1968 bijvoorbeeld, door iemand met de hand met behulp van een krijtje geschreven op een schoolbord. Of paginagrote close-ups van historische Halda Twinmasters en Heuer-stopwatches, eind jaren zestig. Serviceplaatsen op een schoolplein tijdens de London-Mexico Rally 1970. Een slapende monteur in een vrachtwagen vol met spijkerbanden in Monte Carlo.
Het zal duidelijk zijn dat de grote kracht van dit heerlijke boek vooral in de foto's ligt, vrijwel allemaal op één pagina en soms zelfs op twee bladzijden afgedrukt. De tekst, voorafgegaan door voorwoorden van Sébastien Loeb en Björn Waldegård, is geschreven door de Brit John Davenport, als oud-bijrijder, teammanager en journalist een van de kenners bij uitstek van de rallyhistorie. Na een beschouwend hoofdstuk over wat nu precies de definitie van een rally is, volgen hoofdstukken over de start van het wereldkampioenschap in 1973 en de Groep 4-periode, dan de spectaculaire Groep B-jaren 1983 tot en met 1986, Groep A van 1987 tot en met 1996 en het tijdperk van de World Rally Cars, dat sinds 1997 aan de gang is. De meest recente opnamen dateren van de Acropolis-Rally van vorig jaar, zodat ook de Volkswagen Polo R-WRC niet ontbreekt. Een overzicht van de belangrijkste auto's en rijders van elk seizoen sinds 1973 rondt het geheel af.
Naast de originele Engelse tekst zijn ook vertalingen in het Frans, Duits, Italiaans, Nederlands (van de hand van uw verslaggever) en Spaans opgenomen. Het geheel is keurig verzorgd: ingenaaid in hardcover met stofomslag. Wat ons betreft een van de aanwinsten van het jaar, niet in de laatste plaats ook vanwege de bijzonder prettige prijsstelling, en een prachtig vervolg op de klassieke Könemann-autosportboeken van enkele decennia geleden!
Rally, 480 pagina's, hardcover met stofomslag, Engelse, Franse, Duitse, Italiaanse, Nederlandse en Spaanse tekst, auteur: John Davenport, fotografie: McKlein, uitgave: Könemann, ISBN 978-3-86407-380-9.
Sieg oder Selters – Die deutschen Fahrer in der Formel 1 (****)
Nadat het duo Ferdi Kräling als fotograaf en Gregor Messer als auteur vorig jaar bij uitgever Delius Klasing al een mooi boek over de Nürburgring-Nordschleife het licht deed zien, volgde nu onder de titel 'Sieg oder Selters – Die deutschen Fahrer in der Formel 1 – Von Bellof bis Vettel' het volgende gezamenlijke werk van de twee.
Allereerst de titel, een van de meest oubollige boektitels die we de afgelopen jaren in autosportboekenland vonden. Bovendien klopt het gewoon niet, want de Duitse uitdrukking luidt 'Sekt oder Selters', waarbij Sekt staat voor succes (de Duitse variant van champagne), en Selters een (niet erg smakelijke) soort mineraalwater is, dus symbool voor een nederlaag. Blijkbaar durfde de uitgever om politiek-correcte redenen de term 'sekt' niet aan, dus werd het 'Sieg oder Selters', waarbij laatstgenoemde categorie duidelijk de overhand heeft: Duitse winnaars van WK-F1-races zijn Trips. Rindt, Mass, Michael en Ralf Schumacher, Frentzen, Rosberg en Vettel. Die staan natuurlijk allemaal in het boek, maar de niet-winnaars (in chronologische volgorde: Pietsch, Herrmann, Barth, Kling, Mitter, Ahrens, Hubert Hahne, Stommelen, Stuck, Ertl, Heyer, Manfred, Joachim en Markus Winkelhock, Bellof, Danner, Schneider, Weidler, Bartels, Heidfeld, Glock, Sutil en Hülkenberg) zijn uiteraard in de meerderheid.
Over het opnemen van Rindt (in Mainz geboren, maar altijd met Oostenrijkse licentie rijdend) kun je discussiëren, maar de coureurs die erin staan, worden belicht met een paginagrote foto, één of meer actie-opnamen en een geschreven portret. Spectaculair, hoewel bekend, is de foto van Hans Herrmanns koprol met de BRM tijdens de Grote rijs van Duitsland op de Avus in Berlijn in 1959, terwijl de foto van Graf Trips met verbeten gezicht op een uit Amerika meegebrachte kart op het grindpad voor zijn kasteel Horrem een glimlach oproept. Ronduit schitterend de foto van Hans-Joachim Stuck, met overall en helm, midden op een kruispunt in Sao Paulo zittend. En tal van opnames in de privésfeer: coureurs in zwembroek aan het zwembad van de Kyalami Ranch, Jim Clark en Kurt Ahrens in een bar in Wiesbaden aan de vooravond van Clarks dodelijke ongeluk op Hockenheim, Jochen Mass met blondine op zijn boot. Opmerkelijk: zulke foto's komen voor tot in de jaren tachtig, daarna niet meer. Tijden veranderen. De paginagrote portretten van Rosberg, Glock en Sutil, drie exponenten van de recentere rijdersgeneratie, zijn allemaal foto's waarop ze ergens in de paddock lopen en er 'cool' uitzien, al dan niet met zonnebril. Zo'n foto als met Stuck in Sao Paulo zou je nu, als het niet toevallig voor een sponsor is, als gewoon fotograaf, zoals Ferdi Kräling of diens zoon Bodo, vandaag de dag waarschijnlijk niet kunnen maken.
Tekstueel is het boek goed doorwrocht. Auteur Gregor Messer sprak met het overgrote deel van de nog levende coureurs en beschrijft hen in de beperkte ruimte die hem daarvoor ter beschikking stond, van één pagina tekst voor de minder succesvolle rijders tot respectievelijk vijf en zes tekstpagina's voor meervoudig kampioenen Vettel en Schumacher. Veel coureurs laat hij met de kennis van nu over hun carrière aan het woord, en dat geeft soms verrassend eerlijke inzichten, zoals bij Volker Weidler, die zijn loopbaan van de ene op de andere dag staakte als gevolg van een gehoorbeschadiging, en Michael Bartels, die in 1991 vier keer niet door de voorkwalificatie (!) kwam. Of Bernd Schneider, voor wie zijn F1-loopbaan ook een behoorlijk frustrerende aangelegenheid was. Diverse anekdotes maken het boek bijzonder lezenswaardig, al moeten we wel zeggen dat het Nederlandse equivalent, het in 2003 verschenen 'Dwars door de Tarzanbocht' van Hans van der Klis, wat pakkender, jongensboek-achtiger geschreven is.
Omwille van de compleetheid hadden we ook graag nog, al was het maar beknopt, iets gelezen over de andere Duitse coureurs die in de jaren vijftig vaak eenmalig in de F1 in actie kwamen of trachtten zich te kwalificeren. Ze worden in ieder geval opgenoemd: Adolf Brudes, Hans Klenk, Helmut Niedermayr, Josef Peters, Fritz Rieß, Toni Ulmen, Willi Heeks, Rudolf Krause, Ernst Klodewig, Hans Stuck, Günther Bechem, Theo Helfrich, Kurt Adolff, Erwin Bauer, Theo Fitzau, Oswald Karch, Ernst Loof, Hermann Lang en Wolfgang Seidel. Helemaal compleet is het nu voorliggende boek dus niet, maar wel een lezenswaardig geheel. De uitgave is fraai verzorgd, ingenaaid in hardcover met stofomslag.
Sieg oder Selters – Die deutschen Fahrer in der Formel 1 – Von Bellof bis Vettel, 162 pagina's, hardcover met stofomslag, Duitse tekst, auteur: Gregor Messer, fotografie: Ferdi Kräling, uitgave: Delius Klasing, ISBN 978-3-7688-3686-9.
Targa Florio 1955-1973 (*****)
De 'Targa Florio' op het eiland Sicilië was samen met de 'Mille Miglia' één van de meest tot de verbeelding sprekende 'road races'. Van 1955 tot en met 1973 telde het evenement met de circa 70 kilometer lange ronde over het eiland, met start en finish in Floriopolis, genoemd naar de initiator van de wedstrijd, Vincenzo Florio, mee voor het wereldkampioenschap voor sportwagens, maar de risico's werden te groot en dat betekende het einde van de wedstrijd voor moderne auto's. Daarmee trof de Targa Florio hetzelfde lot als eerder al de Mille Miglia, de Carrera Panamericana en de 'road races' van Mugello en Pescara.
Over de periode waarin de Targa Florio meetelde voor het WK verscheen nu een prachtig boekwerk, 400 pagina's op groot vierkant formaat van 30 x 30 cm in cassette, het geheel bijna vier kilogram zwaar. Auteur is Ed Heuvink, die eerder al standaardwerken schreef over de Zwitserse Scuderia Filipinetti en coureur Jo Siffert. Evenals het boek over Siffert is het Targa Florio-boek een meertalig werk: de tekst is afgedrukt in het Duits, Engels en Italiaans. Voor de fotografie werd voornamelijk geput uit het rijke archief van de in 2008 overleden Franse fotograaf Bernard Cahier, die niet alleen als fotograaf vrijwel elk jaar van 1953 tot 1973 de Targa Florio volgde, maar ook zelf een aantal malen als deelnemer aan de start stond, ondermeer met Austin Healey, Mini Cooper (o.a. in 1963 met Rob Slotemaker) en Porsche (in 1967, met ski-kampioen Jean-Claude Killy). Daarnaast zijn er veel foto's afkomstig uit het archief van de Oostenrijkse fotograaf Alois Rottensteiner, dat deel uitmaakt van de collectie van uitgever McKlein.
Voor het boek is een originele aanpak gekozen: in plaats van een chronologisch geheel zijn de eerste 300 pagina's ingedeeld in alfabetische volgorde op diverse thema's die betrekking hebben op het evenement, van coureurs (o.a. De Adamich, Baghetti, Bandini, Gurney, Herrmann, Hezemans, Ickx, Redman, Van Lennep en natuurlijk Vaccarella) , merken (ondermeer Alfa Romeo, Chaparral, Ferrari, Lancia, Mercedes-Benz, Porsche), plaatsen (Cerda, Floriopolis, Campofelice, Collesano), maar ook meer algemene zaken (overigens allemaal onder Engelse trefwoorden, zoals bijvoorbeeld: countryside, cockpit, children, engine, helicopter, pit signals, puncture, rain, spectators, transport). Juist dat laatste aspect leidt tot een grote hoeveelheid verrassende foto's die je niet zo vaak in andere boeken tegenkomt, en juist die sfeerfoto's en opnamen achter de schermen zijn waarschijnlijk een van de belangrijkste troeven van dit boek. Deze foto's laten meteen zien wat de Targa Florio zo uniek maakte.
De meeste rijders die nog leven, komen in de vorm van een lang citaat over hun ervaringen tijdens het evenement zelf aan het woord, inclusief de beide Nederlandse winnaars Toine Hezemans (1971) en Gijs van Lennep (1973). Van de overleden rijders is er een tekst over hun verrichtingen in de Targa. Na het 'A tot Z' (onder het trefwoord 'Zzzzz' is een foto van een slapende Jo Siffert afgebeeld...) volgt een chronologische geschiedschrijving. De vroegste jaren van het evenement, dat in 1906 voor het eerst plaatsvond, worden heel kort afgedaan, maar voor de jaren van 1955 tot en met 1973 is er per jaar drie tot vijf pagina's ingeruimd. De laatste vier tekst- en fotopagina's gaan in op het evenement na 1973, waarin de Targa Florio ondermeer diverse malen in uiteenlopende vormen als historische rally verreden werd, maar er ook een moderne rally, meetellend voor het EK, onder die naam plaatsvond. Een overzicht met de eerste tien geklasseerde teams in de jaren 1955 tot en met 1973 rondt het geheel af.
Door het grote formaat, in combinatie met het feit dat de meeste foto's op een volledige pagina zijn afgedrukt, komen de opnamen uitstekend tot hun recht. Het drukwerk is goed verzorgd, evenals de afwerking, al hadden we bij een boek van een dergelijke omvang graag een leeslintje gehad. Bovendien wekt het verwarring dat de indeling naar thema's op basis van Engelse trefwoorden plaatsvond, maar eerst de Duitse, dan de Engelse en dan de Italiaanse tekst is afgedrukt. Eerst Engels was een meer voor de hand liggende keuze geweest. Maar goed, dat zijn details. Voor de rest is dit boek over de Targa Florio een absolute aanwinst in de collectie, en iedereen die belangstelling heeft voor de gouden jaren van de sportwagens in het algemeen of dit evenement in het bijzonder, van harte aangeraden!
Targa Florio 1955-1973, 400 pagina's, hardcover in cassette, Duitse, Engelse en Italiaanse tekst, auteur: Ed Heuvink, fotografie: Bernard Cahier e.a., uitgave: McKlein Publishing, ISBN: 978-3-927458-66-6.