Supercar Challenge: Glynn Geddie wint eerste race, spanning om kampioenschap neemt alleen maar toe
De beste start in de Supersport-divisie was voor Bas Schouten. De bestuurder van de BMW 1-serie was in de eerste ronde voorbij gegaan aan Luc de Cock en ook Martin Webb. Luc de Cock had geen goede start van de race. De Lotus-coureur, begonnen op de tweede positie, lag na twee ronden slechts op de zesde plaats. Voor de Meijers-BMW was de race op dat moment al voorbij, want door een kleine binnenbrand moest die auto in de eerste ronde al naast de baan worden geparkeerd.
Achter koploper Schouten was Ferry Monster in de beginfase van de race opgeklommen naar de tweede plaats. De Seat's doen het altijd goed op Spa-Francorchamps en dat bleek ook nu het geval getuige ook de derde plaats van Jimmy Adriaenssens en de vijfde plaats van Vincent van Paemel. Monster lukte het zelfs om na een paar ronden de eerste plaats van Bas Schouten over te nemen. Voor Luc de Cock ging de race op dat moment nog steeds niet voortvarend, want de Lotus-coureur was teruggevallen tot de achtste positie.
Na de pitstops hadden de Seat-coureurs hun voorsprong verder uit kunnen bouwen. Robin Monster lag nog steeds op de eerste plaats, nu gevolgd door Jimmy Adriaenssens in de tweede Seat. Ruud Olij was door de vele resultaatseconden bij de concurrentie op de derde plaats terechtgekomen en had achter zich aan Jonas de Kimpe. Michael Verhagen, die het stuur van Bas Schouten had overgenomen, lag op de vijfde plaats met daarachter Luc de Cock.
Verhagen kon hierna snelle rondetijden noteren en reed ronde na ronde richting Jonas de Kimpe toe. Verhagen kon daarna de Seat-coureur en ook Luc de Cock ging na een paar ronden aan De Kimpe voorbij. De Cock had na de pitstops zijn oude snelheid weer terug en noteerde als vanouds weer snelle rondetijden.
Luc de Cock kende echter een dramatisch einde van de race. Met nog een paar ronden te gaan begon zijn Lotus namelijk problemen te vertonen waarna De Cock zelfs terugviel tot de elfde positie. Geen punten dus in deze race voor de leider in het kampioenschap. "Het is gewoon de wet van Murphy, we worden de hele dag al achtervolgd door pech", aldus een teleurgestelde Luc de Cock. "Het begon vanmorgen al in de vrije trainingen en nu in de race ook weer. Eerst reageerde de motor niet meer op mijn gaspedaal en daarna liep er ook nog een snaar af."
Voor Robin en Ferry Monster kwam de overwinning in de slotfase niet meer in gevaar. "We hebben vandaag heel constant kunnen rijden met rondetijden rond de 2 minuut 38. De Seat doet het bovendien altijd wel goed op Spa en dat bleek wel vandaag", aldus Robin Monster. "Dat bovendien Luc de Cock niet veel punten heeft gescoord maakt het nog eens extra spannend, want het kampioenschap ligt nu weer helemaal open." Jimmy Adriaenssens eindigde knap op de tweede plaats, voor Ruud Olij.
In de Sport-divisie kon Aart Bosman zijn pole position behouden, voor Eric van den Munckhof en Wesley Caransa. Dennis de Borst, Rob Nieman en Frank Bédorf sloten in de eerste ronden aan op de posities vier tot en met zes.
Na zeven ronden zat Bosman eigenlijk alweer op rozen. Eric van den Munckhof moest namelijk zijn Focus Sport met technische problemen langs de baan parkeren. De tweede positie in de race kwam hiermee in handen van Wesley Caransa, gevolgd door Dennis de Borst en Rob Nieman.
Bij de koplopers in de Sport-divisie was na de pitstops niks veranderd. Aart Bosman had nog steeds de eerste positie in handen, gevolgd door Maurits Caransa. Daarachter waren er wel positiewisselingen, want Rob Nieman had de derde plaats overgenomen van Dennis de Borst. Frank Bédorf lag nog steeds op de vijfde plaats.
Voor de Caransa's ging in de slotfase een zekere tweede plaats in rook op .De BMW van het tweetal kreeg namelijk te maken met een lekke band, waardoor zij veel tijd verloren en een keer extra de pitstraat op moesten zoeken. Zij vielen hierdoor terug tot de vijfde plaats. Door het terugvallen de Caransa BMW pakte Rob Nieman in de slotfase de tweede plaats in de race, voor Dennis de Borst en Martin de Kleijn.
De overwinning in de race ging dus naar Aart Bosman. "Mijn plan was eigenlijk om in de beginfase achter Van den Munckhof te gaan hangen, omdat hij veel meer strafseconden dan mij had. Caransa was in de beginfase alleen zo snel dat ik maar besloot om voor Van den Munckhof te blijven rijden zodat ik nog een buffer had", aldus Bosman na afloop. "Toen daarna van den Munckhof kapot ging en later in de race ook nog Caransa een lekke band kreeg was het eigenlijk een gelopen race."