Supercar Challenge: Dick van Elk: ‘Het begon als hobby, maar is een tikkie uit de hand gelopen’
Is dat een belangrijke factor achter het jarenlange succes van de Supercar Challenge die nu voor het 13de jaar van start gaat?
Van Elk: "Het is zelfs van essentieel belang. Wij organiseren een raceklasse voor non-professionals wat overigens zeker niet betekent dat het er langzaam aan toe gaat; mensen vergissen zich hier wel eens in. Afgelopen jaren hebben we meerdere malen op evenementen gereden waar de zogenaamde professionals als de ADAC Masters en het GT Open aanwezig waren maar dan bleek vaak dat in de Supercar Challenge de snelste tijden van het weekend werden gereden en niet alleen doordat bij ons de wagens zogenaamd beter zijn. Het heeft menigmaal verbazing gewekt en respect gekregen vanuit de buitenlandse teams.
Mijn doelstelling en van al onze medewerkers en vrijwilligers is dat we er voor zorgen dat alle deelnemers en teamleden een sportief en plezierig weekend hebben wat niet alleen af hoeft te hangen aan de resultaten op de baan. Immers er zijn maar drie podiumplaatsen te vergeven en in sommige divisies zijn meer dan 20 teams.
Het gaat er ook om de organisatie tot in de puntjes geregeld te hebben en er voor te zorgen dat er geen gezeur is, niet over tickets, keuringen, parkeren, noem maar op. Vooral de kleine zaken die eigenlijk niets met het racen zelf te maken hebben maar wel van grote invloed zijn op de algemene sfeer.
Hoe bereik je dat dan?
Van Elk: "Voornamelijk door er met je neus bovenop te zitten, zo deel ik altijd zelf op de donderdagen de paddock in, in samenwerking met de teams. Inmiddels zijn ze het op veel circuits wel gewend maar in het begin keken Marchalls er vreemd van op dat de “grote baas” zelf rond loopt. Ik vindt het echter niet alleen van groot belang maar ook leuk, je leert ook alle teamleden kennen en omgekeerd.
Van groot belang is ook hoe we omgaan met incidenten. Zodra een coureur een helm op zijn hoofd zet ( geldt ook voor mij) dan gaat er meestal een knopje om, waarschijnlijk doordat de helmen de bloedsomloop wat afknellen wat het beoordelingsvermogen wel eens beïnvloedt. Er kan dus op de baan altijd wat gebeuren. Zo lang het niet te vaak is en zeker niet bij opzet (absoluut onaanvaardbaar) dan is het van belang dat dit uitgepraat wordt onder elkaar , soms direct na de wedstrijd, maar zeker het evenement er na.
Onze vaste wedstrijdleider Bobbe Veldkamp en zijn assistent Annemieke zijn hierbij van groot belang, zij vervullen niet alleen een formele rol maar fungeren ook als mijn ogen en oren tijdens de races. Wij houden niet van formele straffen hoewel dit soms nodig is maar proberen zaken in goed onderling overleg te regelen. Immers door de week kan oom agent je het leven al lastig maken dan heb je er toch geeft behoefte aan in je vrije weekend ook nog een keer zo behandeld te worden, wederzijds respect is hierbij het toverwoord en mensen in hun waarde laten.’’