Supercar Challenge: Robert de Graaff en Philippe Ribbens winnen tweede race op Spa
In de GTB-divisie had Erol Ertan een goede start. De Porsche-coureur ging namelijk in de eerste ronde al voorbij aan Kees Kreijne en kon meteen een paar seconden uitlopen. Achter Kreijne lag Charlie Frijns op de derde positie, maar Frijns kreeg al snel de BRL Mondeo van Jacky van der Ende en Nelson van der Pol achter zich aan. Zij waren er in de nacht van zaterdag op zondag in geslaagd om een ander differentieel te vinden voor hun auto waardoor hun topsnelheid een stuk beter was. Zodoende konden zij zich ook weer in de strijd om de ereplaatsen mengen.
Voor Daan Meijer eindigde de race evenals op zaterdag in tranen. Na een vijftal ronden moest Meijer zijn Porsche namelijk met technische problemen langs de baan parkeren.
Voorafgaand aan de pitstops bleef de stand ongewijzigd, maar na de pitstops veranderde dat. Werner van Herck was nu namelijk op de eerste plaats komen te liggen, voor Erol Ertan en Kees Kreijne. René Wijnen sloot aan op de vierde positie, maar werd al snel ingehaald door Jacky van der Ende.
Van Herck, Ertan en Kreijne kregen het hierna flink met elkaar aan de stok. De drie coureurs gaven elkaar geen duimbreed toe, waardoor van Herck flink onder druk kwam te staan. In de 20e ronde slaagde Erol Ertan er in om aan de Mazda van Van Herck voorbij te gaan.
Van Herck gaf zich echter niet gewonnen en sloot aan bij Porsche-coureur Ertan. Van Herck slaagde er uiteindelijk in de laatste ronde in om weer aan de Porsche van Ertan voorbij te gaan, waardoor de Mazda-coureur een knappe overwinning in de wacht sleepte. Achter Ertan eindigde Kees Kreijne op de derde positie.
Peter Hoevenaars kon in de Supersport-divisie bij de start zijn eerste positie behouden. Daarachter klom Cor Euser meteen op naar de tweede positie. De Lotus-coureur ging voorbij aan Peter Stox en Ferry Monster. Peter Stox verloor op zijn beurt weer een positie aan Koen Bogaerts in de BMW M3 GTR.
Hoevenaars kreeg na de beginfase de hete adem in zijn nek van Cor Euser, die steeds dichter achter de BMW-coureur kwam te zitten. Ferry Monster stond ondertussen op de derde positie ook flink onder druk, want de Seat-coureur had in zijn kielzog Koen Bogaerts. Ook Marcel Norbart reed in deze groep snel naar voren.
Hoevenaars viel niet veel later terug, want de jonge coureur werd rond getikt bij het uitkomen van de busstop-chicane en zag hierdoor dat Cor Euser, Ferry Monster en Koen Bogaerts aan hem voorbij konden gaan.
Na de pitstops zag de stand er weer een stuk anders uit. Marcel Norbart was door zijn gebrek aan resultaatseconden op de eerste plaats komen te liggen en had achter zich aan Cor Euser op de tweede positie. Achter de Lotus van Euser sloten Pieter van Soelen, Robin Monster en Peter Hoevenaars aan op de posities drie tot en met vijf.
Norbart kon zijn eerste positie in de slotfase van de race consolideren en zo zijn eerste overwinning in de Supersport-divisie van dit seizoen in de wacht slepen. Cor Euser eindigde op de tweede plaats, en Koen Bogaerts en Pieter van Soelen completeerden het podium op de derde positie. Robin en Ferry Monster, leiders in het kampioenschap, finishten op de vierde plaats.