Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
Formule 1

Formule 1: Roemrijke F1 historie van Lotus herleeft


480_colin_chapman

Het begin

Omdat Colin Chapman in zijn jonge jaren ook piloot is geweest, heeft hij altijd veel technologie uit de luchtvaart toegepast in zijn raceauto's. In zijn vrije tijd bouwde Chapman een 18 jaar oude Austin 7 om tot een sportwagen, de Lotus Mk1, waarna hij in 1950 de RAF goodbye heeft gezegd om races te gaan rijden met een Lotus Mk2.

In 1952 richt Chapman zijn eigen bedrijf op die goedkope maar snelle auto's maakt voor particuliere raceteams. Vier jaar later heeft Chapman al zo'n grote reputatie opgebouwd dat hij wordt benaderd door het Vanwall Formule 1 team. De briljante ontwerper verandert de matige Vanwall in een topauto die in 1957 de eerste GP's wint en waarmee in 1958 zelfs het wereldkampioenschap voor constructeurs wordt behaald.

Inmiddels was Chapman een eigen Formule 1 team begonnen. De eerste Lotus Formule 1 auto was een omgebouwde Lotus 12 Formule 2 wagen, maar later dat jaar volgt de eerste echte Formule 1 Lotus, de Lotus 16. Deze wordt bij zijn debuut bestuurd door Cliff Allison en Graham Hill. Een naam die we later nog veel zouden tegenkomen.

In het begin is de auto geen succes. De tegenvallende Formule prestaties zijn deels te wijten aan Chapmans compagnons Mike Costin en Keith Duckworth. Die twee stichten Cosworth en bouwen een Formule 1 motor, de Cosworth. Ook die naam komen we nu nog tegen en is inmiddels legendarisch!

Lotus 25: De eerste overwinningen
Het eerste succes kwam in 1960 met de Lotus 25 met de motor achterin. Revolutionair, want voor die tijd had iedere Formule 1-auto zijn motor nog voorin. Innes Ireland wint met veel overmacht op Goodwood. Topcoureur Stirling Moss is zo onder de indruk dat hij zijn teambaas Rob Walker dringend verzoekt zo snel mogelijk zo'n auto voor hem te kopen. Dat doet Walker en een maand later wint Moss de GP van Monaco en later de GP van de Verenigde Staten.

Dat winnen zet Moss in 1961 voort en wordt hij derde in het wereldkampioenschap met een Lotus met Climax motor. Alleen de Ferrari’s zijn hem te snel af. In 1962 houdt Graham Hill met zijn BRM Jim Clark van de wereldtitel af. De jonge Schotse coureur is inmiddels eerste rijder geworden van het Lotus fabrieksteam en wint in 1962 drie van de negen GP's.

Eindelijk wereldkampioen!
Jim Clark en Lotus schrijven historie wanneer in 1963 zeven van de tien GP’s worden gewonnen en ze met grote overmacht de wereldtitel winnen. In 1964 worden slechts twee races gewonnen, maar in 1965 wordt de tweede wereldtitel binnengehaald. Jim Clark wint met Lotus dat jaar zes van de eerste zeven Grand Prix’ die op het programma staan.

In 1966 worden de reglementen veranderd en moet Chapman naar een nieuwe motorenleverancier voor de drieliter motor. Het wordt BRM, maar dat is een verkeerde keuze blijkt achteraf; er wordt niets gewonnen.

480_clark_1967

In 1967 kiest Chapman weer voor Cosworth. Die motor is niet de allersterkste maar wel betrouwbaar. Voordeel is het lage gewicht van de nieuwe Lotus 49 om de pk-achterstand te compenseren. Als eerste Formule 1 wordt bij de 49 de achterwielophanging gekoppeld aan de motor en niet aan het chassis. Weer een prima innovatie van Chapman en de Lotus Cosworth wint direct vier keer.
Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet