Dragracing: NitrOlympX, als Usain Bolt zien sprinten op ijs
De 27ste NitrOlympX, de vierde ronde van het FIA en UEM Europees Kampioenschap Drag Racing is uitgelopen op een compleet fiasco. De Rico Anthes Quartermile van Hockenheim was van een zodanig slechte kwaliteit, dat niet alleen een normaal wedstrijdverloop onmogelijk was, maar er ook gevaarlijke situaties ontstonden. Met uitzondering van de Top Methanol Dragsters besloten alle FIA-klassen dan ook op zondag niet meer in actie te komen. Daarmee kende de NitrOlympX en de dragrace-sport in zijn geheel, uitsluitend verliezers.
Tekst: Remco Scheelings
Foto’s: Remco Scheelings
De NitroParalympX en FIAsco waren slechts een paar van de ironische bijnamen die de 27ste NitrOlympX al snel opgespeld kreeg. Maar dramatisch was nog bijna een understatement voor het verloop van de vierde ronde van het FIA en UEM Europees Kampioenschap Drag Racing. Basis van alle ellende lag, zoals helaas voor meer circuits het geval is (geweest), bij de Formule 1. De FIA wilde namelijk voor de Grand Prix het asfalt gereinigd hebben, inclusief de volledige dragstrip, die nota bene niet eens door de Formule 1 gebruikt wordt. De Duitse Gründlichkeit ging iets te ver, waardoor niet alleen al het rubber werd weggehaald, maar ook een deel van het bindmiddel (bitumen) tussen de kiezels. Behoudens het feit dat het onbegrijpelijk is dat Hockenheim als baaneigenaar deze actie liet uitvoeren, hadden toen meteen alle alarmbellen moeten gaan rinkelen. Speedgroup, organisator van het FIA Europees Kampioenschap, maakte het circuit direct duidelijk dat meteen na de Grand Prix actie ondernomen moest worden, wilde men de baan op tijd in een acceptabele (drag)raceconditie krijgen.
Pas een week voor de NitrOlympX sloeg bij Hockenheim de paniek toe, toen bij het traditionele testweekend voor Sportsman klassen vijf auto’s in de muur belandden en niemand normaal rechtuit kon blijven rijden. Wat met circa 300 pk niet lukt, gaat met 7.000 pk van een Top Fueler zeker fout aflopen. Vervolgens werd (ongetwijfeld) alles op alles gezet om de baan voor dragraces geschikt te maken, maar of daarbij de juiste werkwijze gehanteerd werd, is alleen door deskundigen te beoordelen. Feit was echter dat de baan er aan de vooravond van de kwalificaties nog steeds zeer slecht bij lag en geen grip bood. In overleg met de organisatie besloten de FIA en UEM klassen op vrijdag eerst de kwalificaties van de Sportsman klassen af te wachten en dan pas een beslissing te nemen of er op die dag nog gereden zou worden. Na het zien van de naar grip zoekende en lange (banden)rooksporen trekkende Sportman deelnemers, besloot de UEM (verantwoordelijk voor de motorklassen) direct om op vrijdag niet te laten rijden. Bij de auto’s hielden de FIA vertegenwoordigers zich afzijdig en moesten de rijders beslissen. Aangezien een meerderheid het te gevaarlijk en ook zinloos vond, bleven ook de auto’s op vrijdag in de pits. De racedirector maakte echter wel duidelijk dat er op zaterdag gewoon gereden zou worden en wie niet zou komen, zou dus ook geen punten krijgen voor het kampioenschap.
Rijdersmeeting op vrijdagmiddag
Echter ook op zaterdag leek de dragstrip nog steeds ZOAB in plaats van een baan met een laagje rubber. Het gevolg liet zich raden. Alle deelnemers bleven met doorspinnende wielen op de startlijn staan of maakten runs die meer op burn outs leken. Dieptepunt was Robert Joosten die bij de eerste burn out iets dwars ging en alsof hij op een natte baan reed, doorgleed en zijn fraaie Camaro met de neus in de muur parkeerde. Veel schade en einde seizoen voor de nummer vier in het Pro Modified kampioenschap.
Schade bij Robert Joosten
Een aantal rijders besloot direct na de eerste run uit eigen beweging niet meer te rijden, terwijl andere teams runs oversloegen of hun afstelling zodanig aanpasten dat ze in ieder geval zonder schade de finish konden halen. En zo kreeg het publiek dus Top Fuelers en Pro Stockers voorgeschoteld die stationair naar de finish toerden. Met 5,7 seconden was Stig Neergaard de snelste Top Fuel-piloot, waar over 1000-voet een 4,1 seconden normaal zou moeten zijn. Ulf Wagnhester zette met 8,6 seconden de snelste Pro Stock tijd op de klokken. Op een normale baan is tegenwoordig een 6,9 seconden goed voor de laatste kwalificatiepositie.