Dragracing: John Force flikt het toch
John Force is er op zijn thuisbaan van Pomona toch nog in geslaagd zijn 15de NHRA Funny Car-titel in de wacht te slepen. De Castrol Ford-rijder begon de eliminaties met een achterstand van 38 punten op Matt Hagen. Toen de Don Schumacher Racing-rijder echter in de eerste eliminatieronde werd uitgeschakeld lagen er voor Force weer kansen. Met een zege in de kwartfinale was de achterstand weggewerkt en pakte Force alsnog de titel. De 15-voudig kampioen maakte het feest compleet door ook de wedstrijd op zijn naam te schrijven. In de Top Fuel klasse ging de titel wel naar de man die als leider aan de NHRA Auto Club Finals begon, Larry Dixon.
Tekst: Remco Scheelings
Foto’s: Remco Scheelings en NHRA
Met een achterstand van 38 punten moest John Force in ieder geval twee eliminatieronden verder komen dan Matt Hagan om de lijstaanvoerder in het kampioenschap te passeren. Force werd in de eerste eliminatieronde geholpen door Ford Mustang-merkgenoot Bob Tasca III die Hagan het nakijken gaf. Vervolgens was het aan Force om het karwei af te maken. In de eerste eliminatieronde leverde Gary Densham geen probleem op waarna de kwartfinalerun tegen Bob Bode de beslissing moest brengen.
John Force
Force reageerde sneller op de lichten en passeerde met 4,16 tegen 4,22 seconden als eerste de finishlijn waarmee de titel, de vijftiende uit zijn inmiddels meer dan dertig jaar omvattende carrière, een feit was. De laatste keer dat Force het kampioenschap veroverde was in 2006. De Castrol Ford-rijder gaf zijn titel extra glans door in de halve finale Melanie Troxel te kloppen en tenslotte ten koste van Jeff Arend de dagwinst te grijpen. Daarmee nam Force in het kampioenschap zelfs nog 42 punten afstand van Hagan. De derde plaats in de titelstrijd ging naar Ashley Force, de dochter van John Force die in de laatste wedstrijd in Pomona met een kwartfinaleplaats Jack Beckman in het klassement passeerde.
Larry Dixon (foto NHRA)
Larry Dixon maakt favorietenrol waar
Geen verrassingen bij de Top Fuelers. Larry Dixon had aan een overwinning in de eerste eliminatieronde genoeg om de titel te pakken. De Al-Anabi-rijder deed wat hij moest doen en wist zelfs tot de halve finale door te dringen. Dixon won de titel eerder in 2002 en 2003. Tony Schumacher werd al in de kwartfinale geklopt maar dat was toch voldoende om de tweede plaats in het klassement te behouden. Cory McClenathan die in Pomona zijn laatste wedstrijd in de FRAM Top Fueler van Don Schumacher Racing reed legde in het eindklassement beslag op plaats drie. De wedstrijd in Pomona werd gewonnen door Antron Brown die in de finale Shawn Langdon te snel af was.
Larry Dixon