Retro: Van Gils en Van Lanschot behalen Nederlandse trofeeën op Silverstone Classic

Het werd verwacht dat de Nederlands getinte bekers op de Silverstone Classic van David & Olivier Hart of Michiel Smits zouden komen, maar het waren uiteindelijk Sander van Gils en Christiaen van Lanschot die namens Nederland met de bokalen naar huis gingen. De sterkste overwinning van het weekend was ongetwijfeld die van BTCC-coureur Jake Hill, die in een kleine Lotus Elan veel krachtiger GT-auto's wist te verslaan.

Tekst en foto's: Mattijs Diepraam

De Daytona Roar into the Night was het grote endurance-spektakelstuk van deze Classic, die gelukkig droog werd voltooid, nadat de vrijdagavond was verzopen in een enorme regenbui – de eerste sinds weken op het circuit, en eigenlijk een traditie op de Silverstone Classic: altijd moet wel minstens één avond compleet verregenen... En zelfs in deze uitzonderlijk hete en droge zomer was het dus een keer raak.



In de FIA Masters Historic Sports Cars leken de gebroeders Banks op een dominante zege af te stevenen, maar na 17 ronden rolde de Can-Am McLaren M6B de pits binnen, de bak vast in de derde versnelling. Dat gaf de overwinning cadeau aan Olly Bryant (Lola T70 Mk3B), die Michael Gans (Lola T290) op twee seconden hield. De Lola T292 van Diogo Ferrão/Martin Stretton werd op respectabele afstand derde.



David Hart had in de kwalificatie problemen met zijn Lola T70 Mk3B en moest ook tijdens de race tussentijds de pits opzoeken. Daardoor kon hij niet voorin figureren. Michiel Smits had daar wél alle kans toe, nadat hij zijn Lola T70 Mk1 Spyder op de pole van zijn klasse had gezet, maar na de eerste ronde kwam hij door een spin als laatste door... Een vierde plaats in een goedbezette klasse was daarom het beste dat erin zat. Titelrivalen Keith Ahlers/Billy Bellinger (Cooper Monaco King Cobra) wonnen en namen verder afstand in de tussenstand.



In de Masters Gentlemen Drivers startten David & Olivier Hart van pole in hun Shelby Cobra Daytona Coupé, maar een chaotische safetycarperiode die samenviel met het pitvenster gooide het hele veld door elkaar. Daarna was een zesde plaats alles wat erinzat voor het Nederlandse vader-en-zoon-duo. De zege ging verrassend naar BTCC-gastcoureur Jake Hill, die in zijn kleine Elan de meer vermogende AC Cobra van Michael Gans/Andy Wolfe van zich afhield.



In de C2-klasse vertrok Nigel Greensall goed in de Austin Healey 3000 die Karsten Le Blanc doorgaans deelt met Christiaen van Lanschot. Maar de pitstopfase plus de komst van rappe coureurs in de rivaliserende auto's zorgden ervoor dat Van Lanschot terugviel naar de vierde plaats in de klasse. De zege ging naar de Healey van Alex Bell en Jeremy Welch. Sander van Gils viel wél in de prijzen: toen Ron Maydon (Ginetta G4R) zijn tweede plaats in de CLP-klasse kwijtraakte, schoof de Nederlandse Elan door naar de derde plaats in de klasse.



De Masters Endurance Legends-race die de avond afsloot, werd een beetje een anticlimax omdat de race eerder moest afgevlagd vanwege de vertraging in het programma en de avondklok die voor het evenement gold. Michael Lyons was de snelste in zijn ORECA-Nissan 03 LMP2, maar door zijn tijdstraf van 50 seconden voor professionele coureurs had hij in de kortere race onvoldoende tijd om die achterstand goed te maken. De overwinning ging daardoor naar Steve Tandy's Lola-Mazda B12/60.



De ochtenden waren begonnen in de National Paddock, het gezellige oude pitcomplex aan de andere kant van het circuit. Zoals gewoonlijk beten de Juniors de spits af, resulterend in een dubbeloverwinning voor Sam Wilson (Lotus 20/22). De echte ster was Cameron Jackson (Brabham BT2), die op zondag van de 50e naar de tweede plaats stuurde. Dat waren niet de enige Juniors, want de National Paddock puilde ervan uit: voor de oudere auto's waren aparte races ingesteld. Will Mitcham won de eerste race in zijn 'vierkante' U2 Mk2, na een mooi slipstreamduel met Chris Drake (Terrier Mk4) en Miles Griffiths (Lotus 18).



Ook de oudere sportwagens startten vanuit de 'overkant'. Martin Hunt en Patrick Blakeney-Edwards waren de overtuigende winnaars van de Pre-63 GT-race die werd georganiseerd door Historic Motor Racing News. Christiaen van Lanschot en zijn vaardige secondant Jeremy Welch reden de vertrouwde Healey DD300 naar een mooie zevende plaats en de zege in de C-klasse. In de Stirling Moss Trophy was Chris Ward (Lister Knobbly) weer eens niet te stuiten, hij reed de Knobbly van Wood/Nuthall en de Lotus 15 van Roger Wills op meer dan 10 seconden.



Op zondag glorieerde Gary Pearson in de RAC Woodcote Trophy, de tweede sportwagenrace van Motor Racing Legends. In zijn D-type bleef hij Fred Wakeman/Patrick Blakeney-Edwards (Cooper-Jaguar T38) vijf seconden voor. Vanuit 'The Wing', het glaspaleis dat het nieuwe pitcomplex domineert, vertrokken de Road Sports-auto's van de HSCC. De Elan van John Davison bleef ruim voor op de Morgan Plus 8's van Richard Plant en Jonathan Edwards. Johan Denekamp werd 28e in zijn TVR Tuscan.



De International Paddock was eveneens de standplaats voor de Historic Grand Prix Car Association, die 45 F1-auto's van vóór 1966 had meegenomen. Will Nuthall (Cooper T53), Peter Horsman (Lotus 18/21) en Timothy de Silva (Lotus 24) maakten er een spannende eerste race van, waarin Nuthall aan het langste eind trok. Horsman was op zondag de overtuigende winnaar in een race waarin Nuthall niet aan de start verscheen.



Het echte deurklinkracen kwam aan bod in de Super Touring Trophy, waartoe overigens niet alleen Super Tourers werden toegelaten. De winst ging overigens wel naar auto's uit dat tijdperk: James Dodd (Honda Accord) won de eerste race na een mooi duel met poleman Rickard Rydell, die na 20 jaar werd herenigd met zijn toenmalige Volvo S40. Abby Eaton in de Australische Holden Commodore maakte het de Super Tourers wel lastig: bijna had ze in de eerste race een podium te pakken. Dodd en Rydell waren opnieuw één en twee op zondag, maar deze keer meldde BTCC-legende John Cleland zich ook op het podium na een mooi Vectra-duel met Jason Hughes.



Iets oudere toerwagens verschenen aan de start in de Historic Touring Car Challenge. Nick en Henry Whale overwonnen in hun BMW E30 M3, maar niet nadat de Broadspeed Jaguar XJ12C van James Hanson en Paul Pochciol zich tijdelijk aan de kop had gemeld – een prestatie die de auto in zijn eigen tijd nooit aan de dag wist te leggen.



Vaak dezelfde toerwagens verschenen op zondagochtend aan de start voor de U2TC-race van Historic Motor Racing News en de grote Masters Pre-66 Touring Car-wedstrijd waarmee het weekend werd afgesloten. Het onstuitbare topduo Rob Huff/Andy Wolfe (Lotus Cortina) maakte zijn favorietenrol waar door de U2TC-race met ruime voorsprong op de Giulia GTA van Max & Andrew Banks en de Cortina van Richard Dutton/Neil Brown winnend af te sluiten. Het Fortec-duo kreeg de derde plaats in de schoot geworpen toen Mark Sumpters Cortina in de laatste ronde stilviel.



Mike Gardiner en Andy Wolfe wonnen opnieuw in de Masters Pre-66 Touring Car-race, na een spannende wedstrijd waarin de Mustang van Sean McInerney en James Thorpe lang het voortouw had. Drie ronden voor het einde kon Thorpe Wolfe niet meer achter zich houden, waarna hij twee bochten voor het eind door een remfout ook nog de tweede plaats verspeelde aan Craig Davies, ook in een Mustang. Steve Soper was op de vierde plaats de beste Cortina-rijder, Nick Swift won de Mini-klasse.