BMW 130i Cup: Diskwalificatie Coronel maakt Van der Ende titelfavoriet (lang)
Zege Ricardo
Bij de start van de eerste race behield de top vier zijn eigen startpositie. Tim Coronel had dus de leiding in handen, gevolgd door Ricardo van der Ende, Bas Schothorst en Duncan Huisman.
De top vier veranderde in de vijfde ronde, toen Bas Schothorst na contact met de achtervolgende Huisman van de baan vloog. Schothorst kon zijn race met een forse achterstand vervolgen, Huisman werd bestraft met een ‘drive through penalty’.
In de zevende ronde zag Ricardo kans om de leiding van Tim over te nemen. “Ik zat te wachten op een foutje van Tim, dat foutje kwam”, aldus Van der Ende. Hij reed vervolgens foutloos naar de zege, gevolgd door Coronel.
Bertus Sanders, als achtste gestart, profiteerde optimaal van de hectische taferelen in de kop van het veld. Hij nam de derde plek in en stond die niet meer af. “Mijn tactiek was om in het tweede deel van de race de aanval te kiezen. Het ging goed, ik kon het tempo goed volgen en ik kon Donald Molenaar passeren.”
Bertus behaalde zijn langverwachte én dikverdiende eerste podiumplek van het seizoen; hij eindigde eerder al twee keer als vierde en tweemaal als vijfde. Met de derde plek van Bertus heeft nu de volledige top tien uit het klassement al minimaal één keer met de champagne mogen spuiten.
BMW Drivers Trophy
In de strijd om de BMW Drivers Trophy ging de zege naar Nick Bleekemolen. Hij reed lange tijd achter de ‘groep Koster’, bestaande uit Dillon Koster, Jan Joris Verheul, Jan Lammers en Frans Vörös.
“In de slotfase kon ik de aansluiting vinden, maar mijn positie verbeteren zat er niet meer in”, aldus de neef van Jeroen en Sebastiaan. Hij eindigde als negende algemeen, op minder dan een seconde achter Vörös die daarmee de pole position voor de tweede race opeiste.
Rintje Ritsma eindigde als tweede, voor de verrassende gastrijder Mathijs Bakker. Klassementsaanvoerder Mickey Bertram kwam niet verder dan acht ronden, op dat moment gleed hij van de baan.
“Dat was mijn eigen fout”, gaf hij toe. Mickey werd toch nog als zesde Trophy-rijder geklasseerd.