De opbouw. Het circuit van Zandvoort en de Grand Prix door de jaren heen (Deel 2)
In het weekend van 3 tot en met 5 september zullen na een afwezigheid van 36 jaar de Formule 1-wagens weer brullen over het Zandvoortse circuit. In deel twee beginnen we na de tweede wereldoorlog waarin Zandvoort in puin lag en nog niemand met de verdere plannen van een nieuw circuit bezig was.
Tekst en samenstelling: Gerrie Hoekstra
Foto's: Ar chief Autosport.nl, Archief Rob Petersen, Zandvoorts Museum, Genoodschap Oud Zandvoort, Winau Berkhof, Gerrie HoekstraBronnen: Auto&Sport, Autovisie, Autorevue, Archief Autosport.nl, Koen Vergeer – Zandvoort, Mark Koense – Grand Prix Zandvoort, Wim Loos - De onvervulde belofte van een natuurtalent, Winau Berkhof – Real Racing, De Zandvoorter. Zandvoortse Badcourant, Zandvoortse Courant, Zandvoorts Nieuwsblad, Zandvoorts Museum.
3D animatie: Niels Kamp (met dank aan de voice van Zandvoort - Rob Petersen)

De oorlogstijd had voor Zandvoort desastreuze gevolgen. Hoewel de gemeente door bommen noch granaten rechtstreeks noemenswaardige schade had opgelopen, was zij als schakel in de keten van de 'Atlantic wall' door de maatregelen van de Duitse bezetter, één van de zwaarst getroffen plaatsen van het land geworden. Voornamelijk als gevolg van het volledig slopen van de kuststrook van het dorp, met een breedte van ruim 100 meter en een lengte van ruim twee kilometer. Van de bijna tienduizend inwoners van voor de oorlog waren er in 1945 nog een krappe achttienhonderd over.
Met Ir. Friedhoff beraamde Henri van Alphen al in de oorlog wederopbouwplannen, waarin al zijn ervaring zowel in binnen- als in het buitenland, zijn weerslag vond. Nauwelijks was het nieuws van de capitulatie van Duitsland bekend of burgemeester Van Alphen was weer op zijn post. Op 5 Mei 1945, 's morgens acht uur hervatte de burgemeester zijn ambtsbezigheden, ondanks dat Zandvoort door de Duitsers bezet spergebied was. Een valse 'ausweis' diende de burgemeester als toegangsbewijs tot zijn gemeente!
De grote schoonmaak was begonnen. Het einde van de oorlog betekende helaas nog geenszins het einde van verdere vernieling. In de eerste tijd na de bevrijding werd nog vrij veel schade aangericht als gevolg van diefstal, mijnen en munitie-explosies. Het aspect van het dorp was in de eerste dagen van mei al even bedroevend als overal elders in geteisterde gebieden. In en rond de gemeente waren mijnenvelden aangelegd en alles was overwoekerd met prikkeldraad en onkruid. Vooral het verwijderen van palen en obstakels aan het strand hadden er toe bijgedragen dat zeer veel bezoekers na zoveel jaren, eindelijk weer van strand en zee konden genieten.

De circuit plannen kregen pas een vervolg in de zomer van 1946, onder leiding van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging. Prominenten uit deze club zoals Cas Hunze en Piet Nortier gaven hun advies over de ligging van de baan. Ze kregen hulp van de Britse autosportveteraan Sammy Davis, één van de Bentley Boys die in de twintiger jaren Le Mans domineerden. In de daarop volgende herfst- en wintermaanden werden de werkzaamheden aan de aarden baan weer hervat.
Op 5 augustus 1946 werden door de KNMV na zeven jaar weer de eerste motorraces georganiseerd op het vooroorlogse Van Lennepweg circuit. Er werden besprekingen gevoerd met de Nederlandse spoorwegen om extra treinen in te lassen, aangezien het zondagsverbod voor automobilisten en motorrijders nog aan de orde was. De races waren een enorm succes en brachten 30.000 mensen op de been. Daarvan had echter een groot aantal zonder te betalen toegang tot het terrein gekregen. Zelfs de heuvel van de Algemene begraafplaats zat vol met toeschouwers.
Begin 1947 werd door landmeters de tot dusverre aangelegde aarden baan opgemeten en in tekening gebracht, waarna het definitieve plan werd uitgewerkt. Op enkele plaatsen werden door oud coureur Davis wijzigingen in het verloop van de weg aangebracht.
Het gemeentebestuur werd gewezen op de noodzaak om tot aanbesteding van de aanleg van de weg over te gaan, omdat er nog circa 50.000 m3 grond aan de aarden baan moest worden verwerkt. Op dinsdag 22 juli 1947 besloot de gemeenteraad het voorstel tot het verlenen van een krediet van 589.000 gulden voor de verdere afwerking van het circuit aan te nemen. Bij de Dienst Publieke Werken werden schetsplannen opgezet voor tribune, pits en andere gebouwen die het dringendst nodig waren. Door de Nederlandse Heide Maatschappij werden het grondwerk aan de aarden baan voltooid en er was een begin gemaakt met het transport van puin voor de eerste laag van de fundering van de weg. Die ging gevormd worden door een 40 cm. dikke puinlaag die afkomstig was van de afbraak van een gedeelte van het dorp. Al snel bleek dat het eerste kredietbedrag niet genoeg was om de steeds hogere kosten te dekken en dat er een extra bedrag moest worden gereserveerd.
Het aanvullende krediet van 190.000 gulden moest voorzien voor onder andere de bouw van twee tunnels, acht toilet-gebouwtjes, een gebouw voor de wedstrijdleiding en de pers, 15 zogenaamde pits-hokjes, een loods, een garage en een tribune met 1.300 zitplaatsen. Het gemeentebestuur kreeg akkoord van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om alle maatregelen, die nodig waren om het circuit gereed te maken, zo snel mogelijk uit te voeren.
Op 8 juni 1947 organiseerde de KNMV hun laatste motorraces op het Van Lennepweg traject. Ondanks de vrij kille temperatuur werden deze wedstrijden met 18.000 toeschouwers toch een groot succes. De organisatoren mochten tevreden terugkijken op dit weekend, ondanks een ernstig ongeluk op zaterdag van de nestor van de Nederlandse motorcoureurs Bertus van Hamersveld. Bertus op zijn Norton, de opa van de huidige autocoureurs Tom en Tim Coronel, werd naar ziekenhuis de Maria Stichting gebracht. Later in de week werd zijn been afgezet. Naar verluid was dit ongeluk tientallen jaren later mede de inspiratie voor 'Oerend Hard', de grootste hit van Benny Joling van de Achterhoekse band Normaal. Na zijn overlijden werd zijn houten been op de kartbaan van Coronel opgehangen.
Burgemeester Van Alphen, de man die de bouw van het circuit mogelijk had gemaakt, moest vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd afscheid nemen en werd opgevolgd door Burgemeester Fenema. Als dank voor al zijn betrokkenheid kregen de toerweg en de toegangsweg zijn naam.

Er moest nog verschrikkelijk veel werk worden gedaan aan het nieuwe circuit van Zandvoort. De Fédération Internationale de l'Automobile (FIA) verhoogde de druk nog verder op door 7 augustus 1948 als racedatum voor internationale autoraces vast te leggen. Een strenge winter zorgde voor extra vertraging, maar op 9 februari 1948 werd er begonnen aan de bouw van de Oosttunnel. Twee weken later begonnen twee walsen met de eerste laag van de fundering, gevolgd door het aanbrengen van het wegdek. Met nog drie maanden te gaan werd gestart met het bouwen van de pits, tribune, toiletgebouwen en de dubbele tunnel aan de westzijde van de baan. Niemand had een paar maanden eerder kunnen dromen dat alles op tijd gereed was voor het eerste autosportevenement.
(Wordt vervolgd)