Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
Diversen

Div: Recensie autosportboeken voorjaar 2021

IMG 2771

Heinz Prüller: Grand Prix Story – die Höhepunkte aus 50 Jahren ***

Nog zo'n klassieke jaarboekserie rondom de Formule 1, maar anders dan Autocourse, dat wereldwijd een toonaangevende rol vervult en bovendien een afgewogen mix tussen woord en beeld bevat, is dit vooral een leesboek. We hebben het over de reeks 'Grand Prix Story' van de Oostenrijkse auteur Heinz Prüller, die aanstaande vrijdag zijn 80e verjaardag viert. De net verschenen editie is de 50e en tevens laatste in de reeks.

Heinz Prüller, die naar eigen zeggen als 16-jarige al naar Maranello liftte om daar een interview met Enzo Ferrari te houden, beleefde zijn opkomst als verslaggever parallel met de toenemende successen van Jochen Rindt, waarmee de belangstelling voor de autosport in Oostenrijk sterk toenam en hij meer en meer afnemers voor zijn verslagen vond. Na het dagblad Express volgde al snel de radio, daarna de Oostenrijkse televisie, het grote boulevardblad Kronen Zeitung en het maandblad Auto Revue. Na het overlijden van Rindt op Monza in 1970 schreef Prüller het boek 'Tribut an einen Weltmeister', dat een bestseller werd en als de officieuze start voor de reeks jaarboeken onder de titel 'Grand Prix Story' beschouwd werd. Daarvan verscheen het eerste deel in 1971, inmiddels een gezocht en kostbaar collectors' item.

Twee jaar later verscheen de eerste Nederlandse vertaling van 'Grand Prix Story' bij Peters in Deventer, dat de publicatie van Nederlandstalige edities volhield tot en met 1987. De Oostenrijkse versie ging ook daarna nog gestaag door, al werd de inbreng van Prüller zelf in de afgelopen tien jaar minder, want na een lichte herseninfarct bezocht hij nauwelijks nog Grands Prix. Het einde van de reeks tekende zich dan ook af en is nu met de 50e editie bereikt.

Het jubileumboek is met 528 pagina's verreweg het dikste uit de serie en bevat weliswaar achterin, zoals gebruikelijk, een volledig overzicht van alle uitslagen van trainingen en races tijdens de Formule 1-WK-weekeinden van het afgelopen jaar, maar aparte hoofdstukken met verslagen en achtergronden per Grand Prix ontbreken. In plaats daarvan is er voor vrijwel elk van de jaren 1971 tot en met 2019 een hoofdstuk uit de betreffende boeken overgenomen. Daarbij gaat het een aantal malen om afzonderlijke Grands Prix die uit Oostenrijks perspectief relevant waren (Nürburgring 1976 vanwege het ongeluk van Lauda, Montréal 1979 vanwege het terugtreden van Lauda, Estoril 1984 vanwege de zinderende WK-finale, Mexico 1986 vanwege de eerste zege van Berger, Monza 1988 vanwege Bergers zege in de eerste Grand Prix na het overlijden van Enzo Ferrari), maar natuurlijk ook: Anderstorp 1978, Donington 1993, Imola 1994 en tal van andere races.

IMG 2772

Daarna volgt een gedeelte met een vrij uitvoerig interview met Prüller door Gerhard Kuntschik, autosportredacteur van de Salzburger Nachrichten, en bijdragen ter gelegenheid van de jubileumuitgave en/of Prüllers 80e verjaardag van tal van prominenten: coureurs, skiërs, collega-journalisten, maar ook mensen als Jean Todt en Bernie Ecclestone. De Brit constateert: "They do not grow Prüllers these days" en dat is zo, want als journalist heb je vandaag de dag – en zeker in de Formule 1 – simpelweg ook niet meer de mogelijkheid om zo dichtbij de coureurs te komen en in een aantal gevallen deel uit te maken van hun privéleven, zoals dat voor Prüller zeker in zijn vroege jaren heel normaal was. En vrijwel niemand doet meer het hele Formule 1-WK, de wereldbeker skiën en tussendoor ook nog Olympische Spelen, in tijden dat het dagelijks aanleveren van een stukje voor de krant en het live verslag doen voor de TV niet meer volstaat, maar er ook nog geblogd, gevlogd, gepodcast, getwitterd en wat allemaal nog meer moet worden.

Het kan zijn dat niet iedereen zijn stijl evenzeer waardeerde. Andere Oostenrijkse journalisten staken nog wel eens de draak met bepaalde standaarduitspraken of formuleringen van Prüller (beroemd is de anekdote over de visnetten in Monaco), het soms wat overdreven laten blijken van hoe 'close' hij met sommigen was ("...zoals Gerhard Berger mij vanmorgen exclusief bij het ontbijt vertelde"...) of het schaamteloos promoten van zijn eigen dagbladcolumn op de (publieke!) televisie (..."zoals de lezers van de Kronen Zeitung al weten"...). Diverse imitatoren maakten parodiëen op zijn verslagen ("...deze skiër, waarvan de buurvrouw is getrouwd met de achterneef van de postbode uit het dorp waar ook Formule 1-coureur Jacques Lafitte vandaan komt...") en er zijn websites met zijn meest hilarische uitspraken en momenten waarop hij beslissende situaties bij autoraces of skiwedstrijden miste omdat hij weer was verstrikt in een eindeloos verhaal. Maar feit is wel dat hij voor meerdere generaties de stem van de Formule 1 in de zomer en de skisport in de winter geweest is, en velen met zijn boeken achtergronden liet ontdekken die in het pre-internettijdperk anders verborgen gebleven zouden zijn. In die zin heeft Heinz Prüller dus grote verdiensten en is het niet meer dan terecht dat de 'Formel Eins' in Oostenrijk decennialang ook de 'Formel Heinz' was. De 50e editie van zijn jaarboek is een mooie bekroning op zijn werk en de afronding van een tijdperk. Geen absolute 'must', maar wel een monumentje.

Heinz Prüller: Grand Prix Story – die Höhepunkte aus 50 Jahren, uitgave: Residenz Verlag, Duitstalig. 15 x 22 cm, 528 pagina's, gebonden in hardcover met stofomslag. ISBN: 978-3-7017-3522-8
Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet