Swift Cup: YURT debuteert met verrassende Paas-resultaten
‘Zeg maar nee, dan krijg je er twee!’ Deze slogan van een oude koekjes-reclame kun je dit seizoen zo plakken op het nieuwe ‘familieteam’ van YURT Motorsport. Want nadat Wesley Caransa en Nick Hummel in 2010 reeds hun Swift Cup-debuut hadden gemaakt, hebben zij sinds de Paasraces hun neven Maurits Caransa en Tim Hummel als ploegmaat. "We maken een hoop plezier’’, aldus de racende tieners.
Tekst: Marc Kok
Foto's: Tim Böhme en Bart Buijs
Met ook de reeds aan zijn derde Swift-jaar beginnende Maarten van ’t Schip in de gelederen, is het Young Urban Racing Team (YURT) in 2011 met liefst vijf Suzuki’s vertegenwoordigd in de Formido Swift Cup. De wit-blauwe bolides die door Day V Tec worden geprepareerd, vallen dan ook goed op in het 21 voitures tellende veld.
Goed in beeld
Terwijl nieuwkomers Maurits (‘mijn doelstelling is veel kilometers maken’) en Tim (‘ik wil eerst veel ervaring opdoen’) de autosport nog helemaal in de vingers moeten krijgen, wisten de niet-rookies van YURT zich tijdens de paasdagen prima in de picture te racen. Terwijl Nick Hummel zich voor beide races naar de tweede startrij kwalificeerde en Maarten van ’t Schip in race 2 zijn doelstelling (‘minimaal één podium dit jaar’) reeds bereikte, was het bovenal Wesley Caransa die verraste. "YURT staat op de kaart’’, grapte Maarten van ’t Schip.
Surprise
Met een poleposition en plek 3 in de eerste seizoensheat, zorgde Wesley voor een enorme surprise. "Vorig jaar was mijn beste resultaat een 7de plaats. Dat heb ik nu al flink verbeterd’’, lachte hij. "Ik wist voorafgaand aan Pasen dat het zeker beter ging dan afgelopen seizoen. Maar zo goed? Tijdens de kwalificatie zat ik achter Nick en Maarten en kon ik lekker naar ze toe lopen. Met de hulp van een sleepje zette ik mijn snelle tijd neer. Bovendien had ik geluk dat daarna een code rood kwam en de concurrentie zijn snelle ronde niet kon afmaken. Al met al kan ik supertevreden zijn. Wat mijn doel is dit seizoen? Het lijkt me te gek om in de topvijf van het eindklassement te komen. Starten vanaf pole gaf me geen extra druk. Hoe meer druk je voelt, hoe meer foutjes je maakt. Ik liet gewoon alles over me heen komen.’’