Div: Boekbesprekingen René de Boer overige autosportboeken

Jochen von Osterroth, Christian Reinisch, Peter G.H. Sebald: DTM – Deutsche Tourenwagen Meisterschaft 1984-1996 ****
(uitgave: Petrolpics, ISBN 978-3-940306-15-19), 28 x 23 cm, gebonden, hardcover met stofomslag, 337 pagina’s

Vorig jaar presenteerde deze uitgever, die ondermeer ook het prima tweemaandelijkse blad “Powerslide” over de historie van de autosport publiceert, al een fraai boek over de Groep 4, met name in de Deutsche Rennsport-Meisterschaft. Nu wordt deze reeks voortgezet met een vergelijkbare uitgave over de eerste generatie van de DTM, van het prille begin in 1984 (toen de serie nog ‘Deutsche Produktionswagen-Meisterschaft’ heette) tot aan het voortijdige einde vanwege de explosief gestegen kosten van het Klass 1-reglement, eind 1996. De auteurs waren allen destijds op de een of andere wijze in de DTM actief en kennen het wereldje dus van binnenuit. Inhoudelijk wordt er van jaar tot jaar ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen en wordt het seizoensverloop globaal belicht. Ter afwisseling zijn er diverse geschreven portretten van de rijders die een prominente rol speelden en wat mensen achter de schermen. Ook het hoe en waarom van het voortijdige einde van de “oude” DTM komt aan bod, en er wordt ook nog ingegaan op de auto’s die deels al voor 1997 ontwikkeld waren, maar waarmee nooit werd geracet. Bij de fotokeuze is wat veel gebruik gemaakt van foto’s op de Nürburgring en Norisring, maar dit doet verder niet af aan de kwaliteit. Alleen een gedeelte met uitslagen ontbreekt, dat had er wellicht nog in gekund. Voor de rest is dit Duitstalige werk een absolute aanrader!



Thomas Nehlert: Gruppe C – Die Sportwagenrennen 1982-1992 ****
(uitgave: Petrolpics, ISBN 978-3-940306-14-2), 28 x 23 cm, gebonden, hardcover met stofomslag, 290 pagina’s

Thomas Nehlert is officier van justitie van beroep, en volgt de autosport als hobby, maar dat heeft hem er geenszins van weerhouden om een prachtig werk samen te stellen als zijn eerste autosportboek. Hij weet dan ook hoe het moet: Nehlert beschikt over een enorme autoboekencollectie en bespreekt regelmatig nieuwe publicaties in het Duitse blad “Powerslide”. Bij dezelfde uitgever is ook dit boek verschenen, waarin Nehlert het tijdperk van de Groep C-sportwagenraces van 1982 tot 1992 belicht. Allereerst gaat hij in op de specifieke aspecten van het reglement, waarbij het brandstofverbruik een voorname rol speelde. Dan is er een flink deel over de Porsche 956/962, inclusief een interview met de technici die bij de ontwikkeling van deze auto betrokken waren. Vervolgens zijn er hoofdstukken over de Jaguar XJS, de Sauber-Mercedes en de Peugeot 905. Het volgende gedeelte behandelt de fabrieksprojecten van Alba, Aston Martin, Ford, Lancia. Mazda, Nissan, Rondeau, Spice, Tiga en Totoya, maar natuurlijk lang niet zo uitgebreid als het Porsche-deel. Er wordt afgesloten met een overzicht van privéteams en speciale constructies, een blik in de toekomst en de uitslagen van 1982 tot en met 1992, waarbij “uitslagen” wellicht wat teveel eer is: er wordt volstaan met de algemene- en klassewinnaars per race in het WK plus de kampioenen in IMSA, Interserie en Supercup. De statistiek is niet het sterkste punt van dit boek, maar als geheel biedt dit Duitstalige boek een uitstekend overzicht van de Groep C-tijd en verdient daarom een aanbeveling!




Wolfgang Förster: Faszination Nürburgring gestern & heute **
(uitgave: Heel, ISBN 978-3-86852-496-3) 20 x 23,5 cm, gebonden, hardcover, 160 pagina’s

Waarom iemand dit boekje zou kopen, is ons eerlijk gezegd een raadsel. Het lijkt meer op een soort toeristische gids van de regionale VVV, maar dan in een hardcover-uitvoering. Een volledig overzicht van alle attracties op en rond het circuit en een lijst met campingadressen en hotels (overigens verre van volledig) is wellicht handig voor wie voor het eerst naar de Nürburgring komt, maar verwachten we nou niet direct in een boek. Het historische aspect bestaat uit beschrijvingen van allerlei evenementen, van Formule 1, Truck Grand Prix en DTM tot aan het popfestival “Rock am Ring” en het wielerevenement “Rad am Ring”, maar van enige diepgang is geen sprake. En dat terwijl je juist over dit circuit, dat al sinds 1927 bestaat en zo’n indrukwekkende geschiedenis kent, een prachtig boekwerk zou kunnen schrijven. Een gemiste kans.



Gregor Messer/Ferdi Kräling: Nürburgring *****
Uitgave: Delius Klasing, ISBN 978-3-7688-3274-8), 22 x 29 cm, gebonden, hardcover met stofomslag, 177 pagina’s

Nee, dan veel liever het boek van meesterfotograaf Ferdi Kräling en autosportjournalist Gregor Messer. Het is weliswaar meer een foto- dan een geschiedenisboek, maar elk van de foto’s is met zorg gekozen, op fatsoenlijk formaat afgedrukt en voorzien van gedetailleerde bijschriften. Prachtige sfeeropnames laten zien waarom de Nürburgring zo uniek is. Onze favoriet: een kleurenfoto over twee pagina’s, waarop niet alleen het circuit, maar ook een volledig gevulde bezoekersparkeerplaats ergens langs de baan te zien is. Te oordelen naar de auto’s is het een foto die in de tweede helft van de jaren zeventig gemaakt is. De inhoud is opgedeeld in vier segmenten: Toerwagens, Formule 1, Sportwagens en 24-uursrace, waarbij vrijwel elke foto het verdient om langer bekeken te worden, omdat je zoveel leuke details ontdekt. Per hoofdstuk is er een korte inleidende tekst en elke foto is voorzien van een uitgebreid bijschrift, waarbij we geen fouten hebben kunnen ontdekken. Klasse!



Jan Haakman: Formule 1 60 jaar 1950-2010 ***
(uitgave: Mondial Media, geen ISBN), 23 x 30 cm, gelijmd, softcover, 291 pagina’s

Dezelfde uitgever die ook tijdschriften als ‘RS Porsche Magazine’, ‘SL Mercedes Revue’ en ‘Onschatbare Klassieker’ maakt, kwam onlangs met een Formule 1-boek op de markt. Weliswaar is de titel enigszins misleidend, want de beschreven periode bestaat uit 61 seizoenen (inclusief 2010), maar goed. Per jaar is er een beknopte seizoensbeschrijving en de eindstand van het WK voor rijders in een kader. Een ander kader met foto’s is gewijd aan andere interessante auto(sport)feiten uit het betreffende jaar, zoals de winnaar van de Monte Carlo Rally, de 24-uursraces van Le Mans en Daytona en de Indy 500, alsmede de Auto van het Jaar. De kleuren van bepaalde foto’s zijn soms wat merkwaardig en ook de indeling is niet altijd even helder (waarom staat er een kader over Jacky Ickx bij het jaar 2003?) . Bij de kaders over de coureurs hadden we bovendien graag de geboorte- en eventueel overlijdensdatum gezien in plaats van alleen de jaren, wat toch niet zo moeilijk is. Als geheel echter wel een aardige uitgave, zeker gezien de prijs. Dat de vele advertenties het geheel een wat rommelige indruk geven, nemen we dan maar op de koop toe.