Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
Retro diversen

Retro: Patrick Depailler (1944-1980): The Last Gentleman

depailler_1978-1

Vandaag is het exact 37 jaar geleden dat Patrick Depailler met een F1 fabrieks Alfa Romeo tijdens een testdag een week voorafgaande aan de Duitse GP in Hockenheim verongelukte. ‘Weg van de circuits leefde hij als een soort Steve McQueen’, schreef het Italiaanse vakblad Autosprint vorige week. Oud-teambaas Ken Tyrrell: "Je kon nooit lang kwaad op hem worden. Het bleef een schooljongen.”

Tekst: Willem J. Staat
Foto's: Gerrie Hoekstra en Willem J. Staat

Depailler: The Last of the Gentlemen
Patrick Depailler werd in 1944, kort na de komst van de geallieerden in Normandië, in Clermont Ferrand geboren als zoon van een lokale architect. De bouwwerken van vader Depailler waren meestal niet geschikt voor de oorspronkelijke functie. Een school moest ooit eens tot gevangenis omgebouwd worden. Toen Patrick als 18-jarige het Motortijdschrift “Moto Revue” kocht, raakte hij geheel aan de motorsport verknocht. En deelname aan motorraces kon dan ook niet uitblijven. Al snel kwam hij onder de hoede van Jean Pierre Beltoise, die voor het fabrieks Bultaco team uitkomt. Beltoise, zowel in de motor- als autosport actief, crasht tijdens de 12 Uur van Reims in 1964 zwaar met een Matra Prototype en houdt er een stijve arm aan over. Beltoise benoemt Depailler als zijn opvolger bij Bultaco. Het leverde Bultaco twee Franse kampioenschappen op. Beltoise, die later het boegbeeld werd van Matra Sports, trachtte Depailler te overreden om naar de autosport over te stappen. Om eerlijk te zijn, zag de jeugdige Patrick niets in de vierwielers.



Un homme et une femme
Het zien van de film van “Un homme et une femme” bracht Depailler op andere gedachten. Hij reed vervolgens wat lokale club rally’s en races met een Renault Gordini en een Matra. In de rallysport ontmoette hij een zekere Jean Todt. De huidige FIA-baas begreep al snel dat hij een ongeslepen diamant in huis had en besloot Depaillers manager te worden. Nadat hij in de “Volant Shell” door François Cevert verslagen was, volgden er lange en moeilijke jaren in de Formule 3 en de endurance racerij. Hoewel Jean Pierre Beltoise zijn pupil in 1970 bij het unieke Formule 2-team van Marius Dal Bo onderbracht, was een negende plek op Rouen het beste resultaat. Een zware crash op Zeltweg, waarbij hij brandwonden opliep, boezemde weinig vertrouwen in.

Kiezen voor vrouw of sport
Vier jaar later werd Depailler op zijn 30ste Europees F2-kampioen met March BMW. Dankzij de steun van ELF stond voor Depailler de deur bij Tyrrell altijd wagenwijd open. Bij zijn debuut voor het team op Clermont Ferrand in 1972 eindigde hij als 20ste. Eigenlijk zou Depailler eind 1973 de derde Tyrrell bemannen, maar een uitspatting met een Benelli motorfiets deed Depailler met een gecompliceerde beenbreuk in het hospitaal belanden. Voor Ken Tyrrell was Depailler eigenlijk al een gepasseerd station. Toen Cevert echter eind 1973 in Watkins Glenn verongelukte, streek Tyrrell de hand over het hart en nam Depailler onder contract. Depaillers zoon Loïc was inmiddels geboren en beide ouders lagen in het ziekenhuis. Toen zijn vrouw Michele vroeg of hij voor haar of voor de sport zou kiezen, koos Patrick ‘uiteraard’ voor de sport. Het liep uit op een voorgeprogrammeerde echtscheiding.
Reacties
Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet